De werkgroep “Politiek en Defensie & Veiligheidstechniek” analyseert actuele politieke ontwikkelingen in de defensiesector. Zij levert onafhankelijke feiten en duiding vanuit de technologische kennis en ervaring van ingenieurs.

De werkgroep heeft onderstaande bevindingen over het rapport van de OVV over het mortierongeval in Mali. Deze zijn opgesteld op basis van openbaar beschikbare stukken en kennis en ervaring op het gebied van defensie- technologie. De opmerkingen en vragen betreffen uitsluitend technologische of daarmee verband houdende aspecten.

De afgelopen 15 jaar is - sinds de start van de verpaarsing in 2003 - door de voortdurende bezuinigingen op personeel heel veel (technisch inhoudelijke) kennis en kunde, en daarmee professionaliteit, weggevloeid1. Daarnaast is de defensieorganisatie sterk gecompartimenteerd en gecentraliseerd om onderlinge informele beïnvloeding2 en fraude te beperken. Dat heet verzakelijking. Gevolg is dat er in de gehele logistieke keten vele “single points of failure” zijn ontstaan.

Uiteraard moeten procedures worden gehanteerd en gehandhaafd, maar zonder voldoende vakkennis falen deze toch. Afwijken van procedures zonder kennis is  gevaarlijk. Zeker nu commandanten door de verpaarsing en centralisatie sterk afhankelijk zijn gemaakt van kennis en bevoegdheden bij allerlei ondersteunende diensten.  Deze ontwikkeling is niet uniek voor Defensie, maar doet zich voor bij vele organisaties in overheid en bedrijfsleven. Soms succesvol, maar er zijn altijd ook risico’s die niet effectief met zakelijke procedures kunnen worden beheerst.

De uitvoerders doen wat ze kunnen (can-do mentaliteit), maar zijn inmiddels vaak vergeten over welke diepgewortelde kennis en kunde hun voorgangers zoveel jaar geleden beschikten. Zij kunnen er weinig of niets aan doen dat Defensie deels een regie-organisatie is geworden.

Het zeer ernstige incident dat in het OVV rapport wordt beschreven kan naar de mening van de werkgroep niet één minister3 worden verweten. Er is een hele rij kabinetten4 betrokken geweest bij deze geleidelijke afbouw van kennis en kunde. Daarmee is het risico op fouten in de héle keten van behoeftestelling via verwerving, tot gebruik, instandhouding en opslag in gelijke mate gegroeid. Soms hebben zulke fouten pas na 10 jaar gevolgen op een heel andere plaats in de logistieke keten.

Een volgend kabinet zou topprioriteit moeten leggen bij het terugbrengen van noodzakelijke technisch inhoudelijke kennis en kunde overal in de organisatie en daarmee de inhoudelijke professionaliteit weer op voldoende peil brengen. Voorts moet erop worden toegezien dat kennis, verantwoordelijkheid en bevoegdheden in de Defensie-organisatie zodanig samenvallen dat essentiële procedures omtrent geschiktheid van materieel en veiligheid niet kunnen worden genegeerd.

_____________________________

Den Haag,  2 oktober 2017
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de werkgroep via E:dv@kivi.nl of T: 071 7113973
Meer informatie over de werkgroep Politiek en Defensietechniek vindt u via deze link.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de werkgroep via E: politiektechniek@kividv.nl 
Wilt u de commentaren en adviezen van de werkgroep per email ontvangen? Meldt u dan aan voor onze mailinglist.
Disclaimer: De gegeven feiten en meningen zijn gebaseerd op open bronnen en op de kennis en ervaring van werkgroep leden. 
Dit is geen officieel standpunt van KIVI. De vereniging aanvaard geen aansprakelijkheid voor hetgeen door de werkgroep of haar leden naar voren is gebracht.

Foto: Ministerie van Defensie 
_____________________________
Noten:
1 Rond 2000 werd bij diverse defensie- en kennisorganisaties (zoals DMO en TNO) een actieve borging van specifieke kennis bij 3 personen optimaal geacht. Dit daalde in 2005 op diverse plaatsen al tot 2. Nu is deze z.g.n. kennismenigvuldigheid op vele plaatsen nog slechts 1 of zelfs tot 0 gereduceerd.
2 Structureel informeel inhoudelijk overleg op uitvoerend niveau, bijvoorbeeld tussen behoeftestellers, inkopers en specialisten, kan echter grote fouten juist voorkomen.
3 Een minister die overigens óók niet over langjarige diepgewortelde inhoudelijke kennis van de complexe defensieorganisatie beschikt(e).
4 En ministers gesteund door, of onder druk van, politieke partijen

 

 

web stats