Geotechniek 2007, nr. 4

Grote gewapende grondconstructies bij 'Verdiepte Ligging Tegelen' in A73-Zuid

T.P.A. Huybregts, M.B. van Goethem, F.R.C. de Gilde, R.P. de Niet, Geotechniek nr. 4, september 2007, pagina 68

Als onderdeel van de A73 wordt een een deeltracé bij Tegelen verdiept aangelegd. De rechte wanden in de bak van de verdiepte ligging zijn uitgevoerd met een met geogrids gewapende grondconstructie en aan de voorzijde afgewerkt met betonpanelen. In de panelen zijn cannelures (verticale geulen) in poriënbeton geïntegreerd, die een bijdrage leveren aan de reductie van het verkeerslawaai. 

Leven met water, profiel Krystian Pilarczyk

C. Sloots, Geotechniek nr. 4, september 2007, pagina 66

Krystian Pilarczyk is auteur van tal van publicaties op het gebied van coastal and hydraulic engineering en geldt als autoriteit op het gebied van de toepassing van geotextiele systemen. Tot ver over de grens is hij befaamd als adviseur van coastal engineeringsprojecten en als voorzitter van vele werkgroepen in dit métier. 

Verwekingsvloeiing in zand

M.B. de Groot, T.P. Stoutjesdijk, P. Meijers, T. Schweckendiek, Geotechniek nr. 4, september 2007, pagina 54

Spontane instabiliteit van onderwater gelegen zandtaluds staat bekend als zettingsvloeiing. Het is van belang bij zettingsvloeiing onderscheid te maken tussen 'verwekingsvloeiing' en 'bresvloeiing'. De eerste fase van een verwekingsvloeiing bestaat uit verweking onder constante belasting. Dat fenomeen kan verklaard worden uit het gedrag van zand bij vervormingsgestuurde afschuiving: Het kan optreden bij losgepakt zand in hoge en steile taluds, waarbij een zeer kleine belastingverandering genoeg kan zijn om het proces in te leiden. De op dit moment beschikbare methodes om het optreden te voorspellen, vereisen specialistische kennis. Om tot breed toepasbare modellen te komen, is verdere kennisontwikkeling noodzakelijk. 

Ongedraineerde sterkte uit de T-bar en bolsondering

G. Greeuw, Geotechniek nr. 4, september 2007, pagina 48

Het gevoelig meten van de sondeerweerstand is van belang voor de bepaling van de ongedraineerde schuifsterkte in situ in slappe, cohesieve lagen. 'Full flow'-sondes met een vergroot frontaal oppervlak hebben een grotere gevoeligheid dan de standaardconus en bieden daarom nieuwe mogelijkheden. In het kader van het project Grensverleggend toetsen zijn de sondes op drie locaties beproefd en vergeleken met waarden uit laboratoriumonderzoek  Een probleem is dat ook die waarden geen 'gouden standaard' vormen. Aanbevolen wordt op meer locaties een dergelijk vergelijkend onderzoek uit te voeren en zo een database met T-bar- en bolsondewaarden op te bouwen. 

Meten, beoordelen en voorspellen van trillingen in de bouw

T.K. Muller, Geotechniek nr. 4, september 2007, pagina 40

Trillingsschade aan gebouwen en trillingsgevoelige apparatuur is te voorkomen door bij funderingswerken trillingen nauwkeurig te monitoren. Momenteel is op ruime schaal meetapparatuur voorhanden die dit mogelijk maakt. Daarnaast vervullen de richtlijnen van de Stichting Bouwresearch (SBR) een voorname rol. Met behulp hiervan kan getoetst worden op gebouwschade, op hinder en op storen van gevoelige apparatuur. Op basis van een database van enige duizenden ervaringsgegevens kunnen trillingsprognoses gemaakt worden. Naar aanleiding daarvan kunnen het funderingsontwerp en de uitvoeringswijze zonodig worden aangepast. 

Archeologische opgravingen O.L.V. Basiliek te Tongeren

J. Maertens, W. Loosen, D. van Gemert, S. Ignoul, M. Janssen, W. Cromheeke, Geotechniek nr. 4, september 2007, pagina 32

Het aanbrengen van een vloerverwarming in de O.L.V. Basiliek in Tongeren is gecombineerd met de aanleg van een archeologische kelder onder de kerk teneinde de opgravingen op deze archeologisch zeer interessante site toegankelijk te maken voor een breed publiek zonder de vieringen in de kerk te storen. De realisatie van de kelder was een belangrijke uitdaging voor de geotechniek en de stabiliteitsingenieur omdat men te maken heeft met materialen met een zeer heterogene samenstelling en de eis dat het archeologisch erfgoed zo weinig mogelijk verstoord wordt. Continue monitoring met een totaal station en met een convergentieapparaat tijdens de uitvoering hebben nuttige informatie opgeleverd. 

Bepaling van de vervormingsmoduli door middel van de conusbelastingsproef

H.C. van de Graaf, Ph. Reiffsteck, R. Gourvès, C. Bacconnet, Geotechniek nr. 4, september 2007, pagina 26

Er is grote behoefte aan een in-situ-proef om het vervormingsgedrag van grond te voorspellen. De conusbelastingsproef is een nieuwe in-situ-proef die uitgevoerd wordt met als basis standaard sondeerapparatuur. Bij deze proef wordt een sondering op een bepaalde diepte onderbroken, waarna een trapsgewijze statische proefbelasting op de conuspunt wordt uitgevoerd totdat het bezwijken van de conuspunt wordt waargenomen. Op basis van de gemeten last-zakkingskromme kan een vervormingsmodulus worden bepaald. Voor de validatie in het veld zijn proeven uitgevoerd tot 20 m diepte in overgeconsolideerde “Vlaamse klei”  nabij Lille en in zandlagen nabij Compiègne. Uit de proefresultaten valt te concluderen dat bruikbare last-zakkingskrommen kunnen worden verkregen, zelfs voor kleine vervormingen.