Geotechniek 2008, nr. 2

Sociale wetenschapper, interview met Gert den Hoedt

C. Sloots, Geotechniek nr. 2, april 2008, pagina 58

Den Hoedt, erelid van IGS, oud bestuurslid en erelid van NGO, is als onderzoeker bij ENKA nauw betrokken geweest bij een veelheid aan ontwikkelingen op het gebied van geokunststoffen. 

De betekenis van klassieke matrassen in de wegenbouw voor de paalmatras van vandaag

J. Heemstra, Geotechniek nr. 2, april 2008, pagina 54

Ongeveer 70 jaar geleden begon het ontsluiten van de Krimpenerwaard voor het moderne wegverkeer met de aanleg van provinciale wegen. De ondergrond van de Krimpenerwaard heeft veel overeenkomsten met een moeras en het bouwen van een weg is er geen sinecure. De provincie schakelde prof. A.S. Keverling Buisman in, de grondlegger van de grondmechanica in Nederland, om oplossingen en argumenten voor de keus daartussen zichtbaar te maken. De argumenten zijn nog steeds actueel, maar voor ons is de keus wel wat eenvoudiger. 

De off-shore zinktunnel in het project Busan-Geoje Fixed Link in Zuid-Korea

G. Meinhardt, R.M.W.G. Heijmans, Geotechniek nr. 2, april 2008, pagina 38

Nederlandse expertise op het gebied van zinktunnels en offshore vraagstukken kan een wezenlijke bijdrage leveren aan projecten in het buitenland. Een voorbeeld is de Busan-Geoje Fixed Link in het zuiden van Korea, een groot infrastructuurproject met twee tuibruggen en een offshore zinktunnel. Tijdens het uitwerken van het definitieve ontwerp van de zinktunnel is een aantal kritieke punten geconstateerd als gevolg van de offshore ligging van de tunnel. Dit heeft geleid tot wijzigingen ten opzichte van het referentieontwerp. Zo hebben drukverschillen op de tunnel als gevolg van de offshore ligging geleid tot de noodzaak van zwaar aanvulmateriaal. Op hun beurt hebben deze in de toepassing van grondverbeteringen geresulteerd. Tot slot hebben aardbevingsanalyses geleid tot de toepassing van zandkolommen en cement-deep mixing kolommen. 

Berekening van door grond zijdelings belaste palen, conservatief of niet?

M.G.J.M.  Peters, R. Steenbrink, Geotechniek nr. 2, april 2008, pagina 28

Een van de aspecten bij het ontwerpen van door grond zijdelings belaste funderingspalen is de berekening van zijdelingse grondverplaatsing als gevolg van een bovenbelasting. Aangezien er weinig meetresultaten beschikbaar zijn van de ontwikkeling van het zijdelingse verplaatsingsgedrag in de tijd, wordt dit gedrag in berekeningen vaak conservatief benaderd door de ontwikkeling van zijdelingse grondverplaatsing lineair te veronderstellen met het tijd-zettingsverloop (methode Betuweroute).
Na een literatuurstudie wordt aan de hand van meetresultaten afkomstig van de aanleg van de Oosterheemlijn te Zoetermeer en het proefveld Thorbeckerveld te Gouda een aantal aspecten genoemd op basis waarvan het ontwerp en de uitvoeringstijd van de paalfundering kunnen worden geoptimaliseerd.
Een reactie op dit artikel verscheen in Geotechniek 2008, nummer 3 pagina 28: R.S. Beurze, A. Feddema, CUR-commissie H408 'Door grond horizontaal belaste palen'

Representatieve waarden voor grondparameters in de geotechniek

E. Calle, T. Vrouwenvelder, J. Lindenberg, G. Hannink, E. Bruijn, Geotechniek nr. 2, april 2008, pagina 24

Tabel 1 in de geotechnische norm NEN 6740 geeft indicaties voor representatieve waarden van lokale laaggemiddelden van grondparameters voor geotechnische analyses. Bij het maken van een definitief ontwerp zal doorgaans lokaal additionele informatie worden ingewonnen over de grondeigenschappen. Er zijn verschillende methoden voor het combineren van additionele lokale waarnemingen met de (voor)informatie uit de tabel. De in de NEN 6740 gegeven procedure is effectief voor wat betreft 'voordelig' combineren, maar de theoretische onderbouwing roept wel vragen op. Een theoretisch betere en internationaal geaccepteerde methode is het Bayesian Updating concept. Een getallenvoorbeeld laat zien dat de Bayesiaanse methode doorgaans tot gunstiger schattingen van karakteristieke waarden voor laaggemiddelden van grondparameters zal leiden.