Geotechniek 2008, nr. 3

Op weg naar een Nederlandse ontwerprichtlijn voor paalmatrassen, deel 1

S. van Eekelen, H. Jansen, Geotechniek nr. 3, Juli 2008, pagina 66

Steeds vaker worden in Nederland paalmatrassystemen toegepast, meestal vanwege de korte bouwtijd en het feit dat vrijwel geen zetting optreedt. Een CUR-werkgroep is bezig een richtlijn voor het toepasen van deze systemen op te stellen., waarbij sterk wordt gekeken naar bestaande en in ontwikkeling zijnde buitenlandse richtlijnen.

Analysing the analysis of the Malpasset arch dam failure of 1959

Michiel Maurenbrecher, Geotechniek nr. 3, Juli 2008, pagina 58

Op 2 december 1959 werd na hevige regenval besloten om de bodemuitlaat van de Malpasset arch dam te openen in een poging overloop over de dam te voorkomen. 60 meter waterkolom werd losgelaten in een poging om het niveau in het reservoir te verlagen. Drie uur later ging de dam onderuit toen de fundering op gneissic-schistose rock langs een wig afschoof. Het artikel legt uit met welke analyse en model het falen werd verklaard. (Engelse tekst, reprint Ingeokring newsletter 2007/08). 

Processes around a TBM

A. Bezuijen, A.M. Talmon, Geotechniek nr. 3, Juli 2008, pagina 48

Het boorproces van een TBM is onderzocht in zand. Door onvolledige afpleistering neemt de poriedruk vóór de TBM tijdens het boren toe. Dit heeft gevolgen voor de stabiliteit van het boorfront. Verder is het aannemelijk dat naast de TBM bentoniet vanuit het front en/of grout uit de staartspleet zal stromen. Begrip van deze processen is van belang voor het vervormingsgedrag van de grond rondom de tunnel. De meeste resultaten van dit onderzoek zijn gebaseerd op veldmetingen uitgevoerd bij verschillende boortunnels in Nederland. (Engelse tekst, invited paper Shanghai 2008).

De nieuwe lithostratigrafische indeling van afzettingen in de ondergrond van Nederland

H. Weerts, G. de Lange, J. Schokker, W. Westerhoff, Geotechniek nr. 3, Juli 2008, pagina 42

Een lithostratigrafische classificatie geeft inzicht in de eigenschappen van sedimentpakketten en hun verspreiding in de ondergrond. De tot voor kort gebruikte lithostratigrafische indeling uit 1975 voldeed niet aan de eis om eenduidig op lithologie en laageigenschappen gedefinieerde gesteentepakketten in een digitaal gegevensbestand als DINO te kunnen onderbrengen. Er is daarom een nieuwe indeling ontwikkeld. Het belangrijkste verschil met de oude indeling is dat de direct (‘macroscopisch’) waarneembare lithologische kenmerken nu het onderscheid tussen lithostratigrafische eenheden bepalen. Omdat de samenstelling van de afzettingen en de ruimtelijke samenhang nu voorop staan, is beter dan voorheen uit de geologische kaart een eerste voorstelling te maken van de te verwachten eigenschappen. 

Heivermoeiing van paalfunderingen bij offshore windpark Egmond aan Zee

A. Kooistra, J. Oudhof en M.W. Kempers, Geotechniek nr. 3, Juli 2008, pagina 36

Voor de kust van Egmond is een windmolenpark gebouwd van 36 turbines. De fundering van ieder van deze turbines bestaat uit een stalen paal die 30 meter de zeebodem is ingeheid. De belasting op deze palen is voornamelijk de dynamische belasting ten gevolge van wind, golven en stroom. Deze belasting is sterk variabel en daarom speelt een vermoeiingsanalyse een belangrijke rol in het ontwerp. Vermoeiing ten gevolge van het heiproces blijkt daarbij een niet onaanzienlijke rol te spelen. Deze vermoeiing is berekend aan de hand van een dynamische analyse gebaseerd op de drukgolfvoortplanting in de paal. De schade ten gevolge van het heien blijkt 13% van de totale vermoeiingsschade te bedragen.

Nieuwe veiligheidsfactoren voor dijken in de Leidraad Rivieren

S. Kapinga, E. Calle, M. van der Meer, Geotechniek nr. 3, Juli 2008, pagina 30

In de vorig jaar uitgekomen ENW-Leidraad Rivieren, met de bijbehorende Technische Rapporten is een nieuw stelsel van partiële veiligheidsfactoren geïntroduceerd voor de stabiliteit van het binnentalud van (rivier)dijken. De nieuwe veiligheidsfactoren zijn te vinden in het Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies (TRWG). Deze veiligheidsfactoren, bestaande uit materiaalfactoren, een schematiseringsfactor en schadefactoren, vervangen de materiaal- en schadefactoren in de Leidraad Ontwerpen Rivierdijken, deel 1 en 2. Het systeem van partiële veiligheidsfactoren is ontwikkeld vanuit het adagium "geen ongewenste trendbreuk". De uitbreiding van het stelsel van partiële veiligheidsfactoren met een schematiseringsfactor is bedoeld om onzekerheden in de schematisering die samenhangen met de bodemopbouw en waterspanningen expliciet in rekening te brengen.