Geotechniek 2000, nr. 4

LET OP: Van de jaargangen tot 2007 zijn - op een paar uitzonderingen na - alleen de abstracts beschikbaar. Vanaf 2007 is van ieder artikel ook een .pdf beschikbaar.

Settlement Risk Management met GIS ten behoeve van de Amsterdamse Noord/Zuid metrolijn

F.J. Kaalberg en H.D. Netzel, Geotechniek nr. 4, 2000, pagina 7

In Amsterdam wordt bij de aanleg van de Noord/Zuidlijn het grootste monitoringsproject ter wereld uitgevoerd. Ongeveer 2000 panden in Amsterdam worden tijdens het boorproces on line gecontroleerd met een automatisch monitoringsysteem. Alle data met betrekking tot het Settlement Risk Management (zettingspredicties, risk assessment studies, casco/funderingsonderzoek, geotechnisch onderzoek en monitordata) worden in een krachtig 3D GIS-systeem opgeslagen om ze te kunnen visualiseren en analyseren.

De trekpaal excelsior!

M.W. Bieleveld, Geotechniek nr. 4, 2000, pagina 15

Het bouwen van constructies onder de grondwaterspiegel geeft andere belastingen. Dient in traditionele constructies de fundering vooral om zetting te voorkomen, bij ondergrondse bouwwerken komt er het aspect van opdrijven bij. Trekpalen zijn een beproefd middel om constructies te verankeren aan de bodem.De frequente toepassing van trekpalen heeft inmiddels geleid tot rekenregels voor de interactie tussen paal en omliggende grond.Ook de paal zelf en zijn verankering aan de constructie is onderwerp van studie.

Jetgrouting bij paalfunderingen

A.E.C. van der Stoel en J.K. Haasnoot, Geotechniek nr. 4, 2000, pagina 23

Het boren van een tunnel nabij een paalfundering kan paalverplaatsing en/of verlies van draagvermogen door grondontspanning ten gevolge hebben. Door het aanbrengen van een grondverbetering, zoals jetgrouting kunnen de vervormingen ter plaatse van de paalpunt worden beperkt. In het kader van de studie naar mitigerende maatregelen voor de Noord/Zuidlijn is hiervoor de Praktijk Injectie Proef uitgevoerd.

Zwel: funderingen in de knel

M.Th.J. Smits, Geotechniek nr. 4, 2000, pagina 31

Het ontgraven van bouwputten kan aanleiding geven tot ongewenste vervormingen van de bouwput, van de nieuwbouw en van belendingen. Deze vervorming kan aanleiding geven tot ongewenste krachten op en in funderingselementen, zoals trekpalen en vloeren. Zwel is één van de mechanismen die vervormingen genereren, maar ook verplaatsing van de damwanden en opheien in het geval van een dicht palenveld spelen een rol. De grootte van de zwel wordt voornamelijk bepaald door de mineralogische samenstelling van de klei. Het effect van de vervormingen hangt af van de omstandigheden; in de regel is er sprake van een tijdsafhankelijk, complex samenspel tussen verschillende mechanismen in de grond en de funderingselementen.

Het fundament van de communicatie

A. van der Meiden, Geotechniek nr. 4, 2000, pagina 48

Het fundament van communicatie ligt in de vergemeenschappelijking, wat wij als mensen aan elkaar uitdelen. Communicatie is ontmoeten, begrijpen en verstaan, uitwisselen en delen. Daar zit één van de belangrijkste zwakten in het moderne communicatieverhaal: hebben we de techniek niet zodanig aan het woord 'communicatie' laten knagen dat de wezenlijke intermenselijke communicatie niet meer centraal staat? Betonvereniging en Afdeling Geotechniek zijn de facilitatoren van de intermenselijke communicatie in het beroepsveld. Maar hoe zit het met de communicatie naar de buitenwereld? Het imago van de funderingstechniek heeft als ingrediënten soberheid, deskundigheid, vertrouwen, duurzaamheid en vernuft. Maat staat u hoog op de aandachtslijst van plannenmakers, beslissers, architecten en aannemers? De vraag is wat de funderingstechniek er systematisch aan doet om haar beeldbepalend netwerk te bewerken.

Imperfecties in jetgroutlagen

S. Koster, Geotechniek nr. 4, 2000, pagina 52

Horizontale jetgroutlagen kunnen onvolkomenheden vertonen waardoor zij niet waterdicht zijn. Tussen de groutkolommen kunnen zandinsluitingen aanwezig zijn. In een afstudeeronderzoek aan de TU Delft zijn theoretische modellen opgesteld waarmee de stabiliteit van grond kan worden voorspeld in en rond imperfecties in een hooggelegen waterremmende jetgroutlaag. Deze modellen zijn met behulp van experimenten geverifieerd.
Zie tevens de publicaties 'Een betrouwbaar ontwerp van jetgroutlagen','Bouwputten' en 'Zakkingen tijdens het trillend trekken van damwanden'.

Een betrouwbaar ontwerp van jetgroutlagen

A.J.E. van Riel, A.F. van Tol en J.K.Vrijling, Geotechniek nr. 4, 2000, pagina 57

Horizontale jetgroutlagen kunnen onvolkomenheden vertonen waardoor zij niet waterdicht zijn. Tussen de groutkolommen kunnen zandinsluitingen aanwezig zijn. Er is een simulatiemodel opgesteld om de faalkans van jetgroutlagen te bepalen. Aan de hand van de verschillende onnauwkeurigheden bij uitvoering bepaalt het model door middel van geometrische berekeningen de kans dat er gaten voorkomen in de jetgroutlaag. Uit het onderzoek volgen nog geen aanbevelingen voor ontwerpregels, maar er lijkt zich wel een bruikbare aanpak te ontwikkelen. Zie tevens de publicaties 'Bouwputten','Imperfecties in jetgroutlagen' en 'Zakkingen tijdens het trillend trekken van damwanden'.

Beperken omgevingshinder bij uitvoering

G.C.H. Kolk, Geotechniek nr. 4, 2000, pagina 68

Omgevingshinder ten gevolge van bouwactiviteiten heeft vele gedaanten: geluidsoverlast en trillingen, belemmering van verkeersdoorstroming, verlaging van grondwaterstand, transport van lange elementen en blijvende bodemobstakels. Geluid en trillingen kunnen worden aangepakt door omhulling van het heiblok, voorboren en het spuiten of schroeven van palen. Verkeershinder kan worden beperkt door het snel dichtleggen van sleuven met de wanden-dakmethode of het toepassen van doorperstechnieken. Bemalingseffecten kunnen beperkt worden door toepassing van vriestechnieken, en het transport van lange elementen kan voorkomen worden door in de grond gevormde palen toe te passen. Blijvende bodemobstakels als ankers en ankerstaven, die in het algemeen ook nog onder het gebied van 'de buurman' liggen, kunnen door slimme constructies naderhand toch grotendeels verwijderd worden.

Modelonderzoek - de missing link: De relatie tussen praktijkproeven, rekenmodellen en modelonderzoek

A. Bezuijen, H. Brassinga en M. van Staveren, Geotechniek nr. 4, 2000, pagina 77

Binnen de funderingstechniek worden de uitdagingen voor innovatief meervoudig ruimtegebruik in belangrijke mate ondersteund door de combinatie rekenmodel-praktijkproef. In die gevallen waar een meervoudige validatie van het rekenmodel nodig is vanwege het gewenste risicoprofiel van het project kunnen modelproeven kosteneffectief uitkomst bieden. In de innovatiecyclus van GeoDelft vormen modelproeven met rekenmodellen en veldproeven een organisch verband. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van twee voorbeelden: het effect van het boren van tunnels op paalfunderingen en het CUR-onderzoek naar de ontwerpregels voor trekpalen. Meer informatie over CUR trekpalen