Geotechniek 2002, nr. 2

LET OP: Van de jaargangen tot 2007 zijn - op een paar uitzonderingen na - alleen de abstracts beschikbaar. Vanaf 2007 is van ieder artikel ook een .pdf beschikbaar.

Citaten uit het afscheidscollege van Verruijt.

Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 6

Samenvatting van de paneldiscussie op het afscheidssymposium.

Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 8

De boring gaat ook digitaal!

W.A.Nohl en A.Jonker, Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 10

Enkele jaren geleden is er een GEF-standaard voor sonderingen tot stand gekomen. CUR-commissie E18 is in 2001 begonnen met de voorbereiding om een standaardformaat voor boringen te ontwikkelen (GEF-BORE). Het streven is om op 1 juli 2002 een getoetst normatief document gereed te hebben.
volledige tekst in pdf

'Als het maar mechanica is'

Afscheid Prof.dr.ir. A. Verruijt

Frans Sandbergen, Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 22
Arnold Verruijt, hoogleraar Grondmechanica in de Faculteit Civiele techniek en Geowetenschappen van de Technische Universiteit Delft heeft in januari jl. - na 33 jaar - afscheid genomen van de TU Delft. Hij was sinds 1975 hoogleraar, van 1987 tot 1993 voorzitter van de Afdeling Geotechniek van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs en van 1996 tot 1999 vice-president van het KIvI. Met zijn afscheid verliest de TU Delft één van zijn coryfeeën. Een uitgelezen moment om hem om zijn mening te vragen over een aantal zaken, ontwikkelingen, trends en issues die het vakgebieden de grondmechanica raken. Citaten uit het afscheidscollege van Verruijt. Samenvatting van de paneldiscussie op het afscheidssymposium.

 

Veiligheid van een talud in verwekingsgevoelige grond
G. Buitenhuis, P.J.M. Heijndijk, A. Verruijt, Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 26
Bij het maken van een zandwinput kunnen verwekingsgevoelige zandlagen de stabiliteit van het talud in gevaar brengen; de verwekingsgevoeligheid van het zand kan namelijk aanleiding geven tot het ontstaan van een zettingsvloeiing. Een zettingsvloeiing is een bezwijkmechanisme, waarbij plotseling een grote hoeveelheid zand wegvloeit. In een samenwerking tussen de TU Delft en het Ingenieursbureau van Gemeentewerken Rotterdam is een model ontwikkeld om stabiliteitsfactoren te berekenen met betrekking tot het optreden van zettingsvloeiingen. Het model gaat uit van een verweekt gebied, dat aan de taludzijde wordt begrensd door een niet-verweekt gebied. Deze begrenzing kan bijvoorbeeld verkregen worden door dit gebied te verdichten. Hierdoor is dit model toepasbaar bij het maken van een zandwinput. Er kan een gebied bepaald worden dat vooraf verdicht dient te worden. Hierdoor wordt een zettingsvloeiing uitgesloten en kan toch een winput met een relatief steil talud gemaakt worden.
In Geotechniek 2002, nummer 3 staat op de pagina's 76 en 77 een reactie op het artikel.

 

Vervormingsproef Bergambacht
Rivierdijken bezweken door opdrijven
A.R. Koelewijn, M.Th. van der Meer, J. Lindenberg, B.A.N. Koehorst, Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 34
Eén van de methoden om rekenmodellen aan te scherpen is het uitvoeren van een praktijkproef op ware grootte. In het kader van 'Ruimte voor de rivier' was er nabij Bergambacht een oude rivierdijk (de Lekdijk) beschikbaar voor proeven. Deze proeflocatie is gebruikt om het zogenoemde opdrijfmechanisme te verifiëren door middel van een vervormingsproef en om het verschil te bepalen tussen de berekende en de werkelijke sterkte van een dijk. In een eerder stadium is al een verbeterd rekenmodel voor macrostabiliteit onder opdrijfcondities ontwikkeld en gevalideerd met modelproeven in de geocentrifuge. Bij de vervormingsproef in Bergambacht is er naar gestreefd om onder opdrijfcondities tot een begin van bezwijken te komen.

 

Beoordeling van de staat van bestaande houten paalfunderingen
H.J.R. Keijer, Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 42
Veel houten paalfunderingen onder de huidige woningvoorraad in Nederland bevinden zich in een redelijke tot goede staat. Het zijn vooral de minder goede gefundeerde woningen die in het nieuws komen als gevolg van geconstateerde aantasting of overbelasting van de houten paalfundering. In de periode 1970-1980 is er veel discussie geweest over de wijze waarop funderingsonderzoek bij bestaande woningen moet worden uitgevoerd. De laatste jaren hebben nieuwe ontwikkelingen plaatsgevonden op het gebied van houtonderzoek en er is een protocol voor het uitvoeren van funderingsinspecties opgesteld. Geconcludeerd wordt dat de geotechnische normen NEN 6740 en 6743 niet goed geschikt zijn om de staat van een bestaande houten paalfundering te beoordelen en dat hiervoor een nieuwe landelijke richtlijn nodig is gebaseerd op twee criteria:
- beoordeling van de draagkracht op basis van aangetoonde en te verwachten vervormingen op basis van lintvoeg- en nauwkeurigheidswaterpassingen
- beoordeling van de constructieve staat en houtkwaliteit van de funderingsconstructie op basis van funderingsinspecties en houtonderzoek.

 

Funderen van bedrijfsvloeren op staal
H.B. Monster en K.A. Brink, Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 52
In Nederland worden vele bedrijfsvloeren gefundeerd op palen waar een goedkopere vloer op staal ook mogelijk zou zijn. Een gedegen grondonderzoek is dan wel een eerste vereiste. Bij het ontwerp van een bedrijfsvloer is de interactie tussen ondergrond en de betonvloer essentieel; het doel daarbij is de trekspanningen in de betonvloer (en dus de mogelijke scheurvorming) én de zakkingen van de betonvloer te beperken en daarmede het gebruikscomfort te garanderen. De aanwezigheid van zogenaamde 'soft spots' in de ondergrond is slechts in beperkte mate een storende factor. Het ontwerp van de bedrijfsvloeren is een integraal probleem van gebruiker, vloerenbedrijf, constructeur en geotechnicus.

 

Vraag en antwoord CGF-1 examenvraag
Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 66

 

Bentonietmat in opspraak?
Redactie Geokunst, Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 73
Kunnen bentonietmatten nog worden gebruikt in afdichtingen op AVI-bodemas? Wat is er waar van de berichten dat deze combinatie gevaar voor de volksgezondheid kan opleveren, en waar zijn die berichten op gebaseerd? Sinds vorig najaar een onderzoek bekend werd dat stelde dat afdichtingen met bentoniet kunnen worden aangetast door zouten uit AVI-bodemas, is bij het publiek maar ook in de branche commotie ontstaan.

 

35.000 blokkenwanden en wat we ervan geleerd hebben
J.M. Elias, Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 77
Over de hele wereld staan meer dan 35.000 blokkenwanden: kerende constructies met een bekleding van betonnen blokken, gewapend met geokunstof. De toepassing van blokkenwanden met geokunstoffen als keerwand heeft zeer aan populariteit gewonnen ten opzichte van traditionele keerwandconstructies. De goede historische referenties, de grote verscheidenheid aan esthetische mogelijkheden, het modulair constructieproces en de lage kosten hebben dit mogelijk gemaakt. Enkele belangrijke faalmechanismen worden beschreven. Met een goed ontwerp zijn deze te voorkomen.

 

Schakelpalen onder hoogspanning
W. Reinold de Sitter, Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 85
Schakelpalen zijn funderingspalen die uit korte geprefabriceerde secties worden samengesteld tot palen van de gewenste lengte. Aan het ontwerp van de koppelingen moeten eisen worden gesteld, zowel vanuit het oogpunt van de uitvoering als van de functionaliteit in de gebruikstoestand. Onder een hoogspanningsleiding moest een paalfundering met rond 180 palen met 600 kN draagvermogen worden aangelegd. Ter plaatse was slechts een beperkte werkhoogte beschikbaar voor heimaterieel en palen. Dit leidde tot de keuze voor GGP-palen, een type schakelpalen met gelaste koppelingen.

 

Griekse held Herkules brengt uitkomst
W. Reinold de Sitter, Geotechniek nr. 2, april 2002, pagina 91
Op een werk in Amsterdam werd in eerste instantie gefundeerd met in de grond gevormde palen. Een onverwacht groot betonverbruik gaf aanleiding tot heroverweging van de oorspronkelijke keuze voor dit type palen. Uiteindelijk zijn ruim 200 geprefabriceerde voorgespannen schakelpalen met Herkuleskoppelingen toegepast. Een Herkuleskoppeling is te vergelijken met een bajonetsluiting. Kwaliteitsborging van de koppeling zit ingebouwd in het systeem. De koppelingen kunnen daarom gedimensioneerd worden als traditionele geprefabriceerde voorgespannen palen.