Geotechniek 2002, nr. 3

LET OP: Van de jaargangen tot 2007 zijn - op een paar uitzonderingen na - alleen de abstracts beschikbaar. Vanaf 2007 is van ieder artikel ook een .pdf beschikbaar.

Kennisgdrag GWW-sector in kaart gebracht

J. Olie en J. van Deen, Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 6

Binnen het thema 'Grond en constructie' van Delft Cluster is gekeken hoe de verspeiding van de in Delft Cluster ontwikkelde kennis vorm kan krijgen, want de ambitie van Delft Cluster reikt verder dan alleen kennisontwikkeling: het kennisontwikkelingsproces is pas afgerond als de kennis ook in de markt is geïmplementeerd. Om aan te sluiten bij de praktijk is een onderzoek gedaan met medewerking van 22 deelnemers uit de aannemerij, de adviseurs en de onderzoekswereld om in kaart te brengen welk soort informatie en kennis men zoekt, op welke wijze men die in de praktijk op dit moment tracht te verkrijgen, en hoe men verwacht of wil dat dit in de toekomst gaat.

Statische paalbelastingsproeven op grondverdringende schroefpalen in Boomse klei (deel 1)

Noël Huybrechts en Jan Maertens, Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 14

Met betrekking tot grondverdringende schroefpalen is een omvangrijk onderzoeksproject opgestart. Op een terrein te Sint-Katelijne-Waver vonden statische paalbelastingsproeven plaats. Op dit terrein werden 10 grondverdringende schroefpalen en 2 geheide prefabpalen geïnstalleerd. De ondergrond van het terrein bestaat uit overgeconsolideerde Tertiaire Boomse klei. Het gemeten paaldraagvermogen is vergeleken met het berekende draagvermogen, dat in België bepaald wordt met behulp van semi-empirische methodes uit de resultaten van diepsonderingen (CPT). Op basis van deze vergelijkende analyse wordt gesuggereerd dat installatiecoëfficiënten voor deze specifieke proefsite geïntegreerd kunnen worden in het werk van de Belgische NAD-commissie (National Application Document) voor de Eurocode 7. In een volgend artikel (Geotechniek 2002 nr.4, pagina 18) worden de resultaten van een uitgebreide grondonderzoekscampagne in de Boomse klei te Sint-Katelijne-Waver beschreven.

Oppompen van buispalen: voor een stijve buispalen fundering

D.C. van Zanten, A.A.J.V. Hoefnagels en A.F. van Tol, Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 24

Stalen buispalen met een diameter van enkele meters hebben een grote axiale draagkracht. Deze draagkracht wordt echter pas bereikt bij grote verticale vervormingen. Dit is in vele gevallen niet wenselijk, omdat de constructie dan ook deformeert. Om dit te voorkomen is een funderingswijze bedacht die buispalen in de gebruikstoestand een grote axiale stijfheid geeft. Hiertoe wordt ter hoogte van de paalpunt een voorspankracht aangebracht die de paal opwaarts doet bewegen en de grond onder de paal neerwaarts. Door de buispaal 'op te pompen' met groutinjectie of een vijzel wordt deze grondmechanisch voorgespannen.

Probabilistische ontwerpprocedure kistdammen (deel 2)

R.G.J. Weersink, J.T. de Vries, E.O.F. Calle en G.J. Schotmeijer, Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 32

Voor het ontwerpen van kistdamconstructies zijn vooralsnog geen ontwerprichtlijnen beschikbaar zoals voor damwandconstructies. Om in deze leemte te voorzien is onderzoek verricht dat geleid heeft tot een voorstel voor semi-probabilistisch ontwerpen dat aansluit bij de vigerende normenserie. De ontwerpprocedure is geldig voor kistdammen in een volledig gedraineerde situatie. In het voorgaande artikel (Geotechniek 2002 nr.1, pagina 14) is de theoretische achtergrond behandeld.

Groutankers, ontwerp en duurzaamheid

P.H. Langhorst, Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 44

Een groutanker is een element dat trekkrachten vanuit een constructie overbrengt naar grondlagen die geschikt zijn om de trekbelastingen op te nemen. Groutankers vervullen al meer dan 30 jaar de functie van trekelement van grond- en waterkerende constructies en de verankering van keldervloeren e.d. Ook in de toekomst zullen groutankers de rol van trekelementen vervullen mede dankzij nieuwe typen groutankers die hogere belastingen kunnen opnemen en aan de eis van verwijderbaar installeren voldoen. In NEN-EN-1537 zijn uitvoeringsvoorschriften opgenomen voor groutankers. Bestekken verwijzen vaak naar CUR 166 en een handreiking voor de rekenmethodiek en de duurzaamheid van groutankers.

Opbrengstberekeningen voor beton- en metselzand

B.B.T. Wassing, J.G. Veldkamp, C.N. Bremmer, Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 54

Voor een optimale planning van de winning van oppervlakte-delfstoffen is het wenselijk dat voorafgaand aan de winning een schatting wordt gemaakt van de totale hoeveelheid delfstoffen, de verbreiding in de ruimte, en de ruimtelijke verdeling van de rijkheid binnen het delfstoffenlichaam. Daarnaast is het belangrijk dat schattingen van de onderzekerheden worden gemaakt. Geostatistiek, en met name stochastische simulatie, is hiervoor een aangewezen hulpmiddel. In twee proefgebieden in Zuid-Nederland is onderzoek gedaan naar de beste methodes voor volume- en opbrengstschattingen.

Ringonderzoek samendrukkingsproef

G. Greeuw, E.P. Grünewald, W. Lous, Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 62

Bij de bepaling van geotechnische parameters bij de uitvoering van grondonderzoek in het laboratorium blijken onderlinge verschillen op te treden. Dit was aanleiding om onderzoek te doen naar variaties in de bepaling van parameters bij de samendrukkingsproef en de hiermee samenhangende onzekerheden in de bepaling van afgeleide parameters. Daarnaast zijn de variaties geëvalueerd om knelpunten bij de bepaling vast te stellen en te komen tot een verbetering van de praktijk. Het onderzoek heeft zich beperkt tot statistische analyse van de resultaten en de interpretatie volgend de NEN 5118, de norm voor het uitvoeren van samendrukkingsproeven. Bij de uitwerking van de resultaten zijn significante verschillen naar voren gekomen, de oorzaken daarvan zijn:
- de interpretatiemethoden (vooral de methode Koppejan), de bepaling van de consolidatiecoëfficiënt en de grensspanning geven problemen
- er worden verschillende procedures gehanteerd bij inbouw, verzadiging en vooral bij voorbelasting
- er treden meetvariaties op door verschillen in apparatuur en monsters.

Vraag en antwoord CGF-1 examenvraag

Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 72

Bouw van een loods nabij een insteekhave met damwand.

Meten is weten: meettechnieken op het werk

J.M. Elias, Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 85

In de wereld van de geokunststoffen zijn testmethodes ontwikkeld die de werking van geokunststoffen controleren: performance testen. Performance testen worden vooral uitgevoerd tijdens de proefprojecten en op werken waar de opdrachtgever de geokunststoffen wil monitoren tijdens de installatie en de levensduur van de constructie.

Kwaliteitsborging van geokunststoffen

A. O'Hagan, Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 88

Het niet (goed) presteren of tot zijn recht komen van een geokunststof in een constructie kan te wijten zijn aan:
- een verkeerd ontwerp of inschatting van materiaal- of ontwerpparameters
- verkeerde toepassing
- slechte kwaliteit van het materiaal
- verkeerde verwerking van het materiaal.
De kwaliteitsborging moet zodanig zijn afgestemd, dat al deze mogelijke foutenbronnen worden geëlimineerd. Daartoe wordt de kwaliteit op verschillende momenten in de totale constructie van een werk gecontroleerd. Wat is de rol van onafhankelijke laboratoria en instellingen en van de kwaliteitsdienst van de aannemer hierbij? Hoe en wanneer en door wie wordt de kwaliteit gecontroleerd en geborgd?

International Symposium Kyushu 2001: alles over grondwapening

W. Voskamp, Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 91

In november vond de derde internationale conferentie over grondverbetering en grondwapening (Soil improvement' en 'soil reinforcement') plaats in Kyushu in Japan. Er waren circa vierhonderd deelnemers. In Japan heeft men al jaren evaring met gewapende keermuren. Na de aardbeving Kobe heeft de toepassing een grote vlucht genomen, omdat tijdens die aardbeving aangetoond is dat kunststof gewapende keermuurconstructies in aardbevingsgebieden velen malen beter functioneren dan traditionele constructies. Er waren veel bijdragen over aardbeving-effecten. Technische sessies waren er over 'testen en materialen', 'gewapende taluds', 'funderingswapening' en 'gewapende keermuren'.

Trekpalen met pit

W.R. de Sitter, Geotechniek nr. 3, juli 2002, pagina 99

Bij bouwconstructies onder het niveau van het grondwater moet rekening worden gehouden met de waterdruk op het 'ondergedompelde' gedeelte van de constructie. Bij de toerit op Zuid-Beveland naar de Westerscheldetunnel is de vloer van de bouwkuip is met trekpalen verankerd aan de ondergrond. De overdracht van de opdrijvende krachten vanuit de onderwater-betonvloer op de schacht van de palen eist bijzondere aandacht. Het 'ruw' maken met oneffenheden in de orde van grootte van 2 à 5 mm is voldoende voor een goede overdracht van de schuifkrachten uit het onder water gestorte beton op de zijvlakken van palen.