Geotechniek 2002, nr. 4

LET OP: Van de jaargangen tot 2007 zijn - op een paar uitzonderingen na - alleen de abstracts beschikbaar. Vanaf 2007 is van ieder artikel ook een .pdf beschikbaar.

Resultaten van een uitgebreide grondonderzoekscampagne in de Boomse klei te Sint-Katelijne-Waver (deel 2)

Noël Huybrechts, Jan Maertens en Patrick Mengé, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 18

In het kader van een onderzoeksproject over het draagvermogen van grondverdringende schroefpalen werd op een terrein te Sint-Katelijne-Waver een omvangrijk grondonderzoek uitgevoerd. De ondergrond van dit gebied bestaat uit overgeconsolideerde Tertiaire Boomse klei. Het meetprogramma omvatte mechanische sonderingen (continue en discontinue), elektrische sonderingen, Menard pressiometerproeven, seismische sonderingen en seismische oppervlaktemetingen (SASW, refractie). In het laboratorium zijn classificatieproeven uitgevoerd alsmede triaxiaalproeven (CU en UU) met Benderelementen in de cel. Er wordt een correlatie gemaakt tussen de verschillende metingen. In een vorige bijdrage in Geotechniek (Geotechniek 2002 nr.3, pagina 14) werden de resultaten van de 12 statische paalbelastingsproeven beschreven.

Het gedrag van een afgezonken tunnel als gevolg van een aardbeving

J.M. Middelkamp, J. Herbschleb, U.F.A. Karim, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 32

Een afgezonken tunnel in Griekenland is gebruikt als onderwerp voor een dynamische eindige elementenanalyse om de invloed van de grondsoort en de kracht van de aardbeving op het tunnelgedrag tijdens een aardbeving te bestuderen. De aardbevingsbelasting resulteert in een enorme horizontale tunnelverplaatsing, waarbij de tunnel als een stijf lichaam beweegt. De tunnel lijkt de krachten als gevolg van de dynamische belasting op te kunnen nemen zonder te bezwijken. De grondsoort is van ondergeschikt belang voor het dynamische tunnelgedrag, terwijl de kracht van de aardbeving een grote rol speelt. De resultaten van de numerieke analyse vormen de invoer voor een semi-analytische bepaling van de verwekingsgevoeligheid. Uit de resultaten volgt dat verweking een belangrijk bezwijkmechanisme is. Naast de kracht van de aardbeving blijkt ook de grondslag van grote invloed op de verwekingsgevoeligheid.

De eerste grondvernagelingswand van Nederland, ontwerp, uitvoering en testen

Erik van Soest en Marinus de Heus, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 38

Bij het knooppunt ter plaatse van de kruising van de Betuweroute met de bestaande spoorlijn Tiel-Geldermalsen ligt in de bestaande aardebaan van de A15 een viaduct. In de nieuwe situatie moet extra ruimte worden gecreëerd onder de noordzijde van het viaduct. De extra ruimte wordt gecreëerd door ter plaatse van het bestaande talud onder het viaduct een verticale grondvernagelingswand aan te brengen zonder hinder voor auto- en/of treinverkeer. In het artikel worden het ontwerp, de uitvoering en het testen van de grondvernagelingswand besproken.

De herstelmethode voor de Toren van Pisa: een Nederlandse kunde

F.B.J. Barends, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 48

Nederland kent vele scheve kerktorens die qua scheefstand kunnen wedijveren met de beroemde toren van Pisa. Een enkele toren is in het verleden omgevallen, zelden is een toren weer rechtgezet. Uit een historische publicatie blijkt in 1866 de kerktoren van Nijland, in Friesland, rechtgezet te zijn met dezelfde methode die kort geleden in Pisa is toegepast. De historische publicatie laat zien, dat goede ideeën en hun geslaagde toepassingen meestal niet nieuw zijn. We zijn ze alleen vergeten.

Akoestisch doormeten van palen

O. Dijkstra, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 54

Het akoestisch doormeten van palen is een nuttig hulpmiddel om de kwaliteit van paalschachten te onderzoeken. In de meeste gevallen kunnen ongeschikte palen worden opgespoord en kunnen tijdmaatregelen worden opgenomen. Diepe onvolkomenheden worden met deze techniek meestal niet eenduidige gedetecteerd maar komen niet vaak voor. Scheuren op geringe diepte kunnen echter soms ook niet door middel van akoestische metingen worden onderkend. Bij het voorbeeld (4,5 m onder de paalkop) blijkt dat diverse partijen aan vergelijkbare meetsignalen tegenstrijdige conclusies verbinden. Het artikel eindigt met 15 aanbevelingen om de betrouwbaarheid van de akoestische controle van palen te optimaliseren.

SI²-project: Het Bereng Bengkel proefveld in Kalimantan

P.B.H.P.A.M. The, J. Deutekom, E.A.H. Teunissen, E. Sawarendro, H.J.M.A.Mols en R. Hedy, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 64

Binnen het raamwerk van het Memorandum of Understanding 1996-2001 (MoU) tussen de Indonesische en Nederlandse Waterstaat is een proefvak in Bereng Bengkel (Kalimantan) ingericht, waarin een aantal typen wegconstructies is beproefd op een zeer slappe, vezelige veenlaag. Er zijn verschillend typen constructies beproefd: conventionele ophoging met voorbelasting, traditionele techniek door toepassing van een 'vlot' (corduroy) van houten palen in de ondergrond in combinatie met verticale houten palen (cerucuk), slanke betonpalen, en EPS. (het EPS proefvak wordt in het artikel verder niet beschreven).

SI²-project: Luctor ET Innovo: Inside

B.A.N. Koehorst, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 73

In 2001 is het Nederlandse bedrijfsleven door CUR en RWS-DWW uitgedaagd innovatieve oplossingen te ontwikkelen voor het versterken van dijken. Het project draagt de naam INSIDE (Innovations on Stability Improvements enabling Dike Elevations). Doel is het ontwikkelen, testen en het stimuleren van de toepassing van vernieuwde oplossingen om dijken duurzaam, ruimtebesparend en kosteneffectief te versterken. Drie consortia zijn inmiddels bezig met het uitwerken van drie oplossingsrichtingen: Mixed-in-place, Dijkvernageling en Expanding columns.

SI²-project: Grondbogen als ecoducten

L.E.B. Saathof, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 77

Bij het ontwerpen van overbruggingen is een innovatierichting om te 'Overbruggen met grond'. Dit concept lijkt goed toepasbaar bij het bouwen van ecoducten. Ecoducten over snelwegen kunnen heel goed als boogconstructie worden uitgevoerd. Een boogconstructie sluit perfect aan bij de omgeving en er zijn verschillende uitvoeringsvormen mogelijk. Om bij grote overspanningen de kosten te beperken, lijkt het zinvol een combinatie van gegolfd plaatstalen profielen en gewapende grond naast en eventueel ook boven de boog toe te passen. Dit zijn bestaande technieken waarmee veel ervaring bestaat. Canadese studies hebben uitgewezen dat een dergelijke constructie economisch aantrekkelijk is.

Vraag en antwoord CGF-1 examenvraag

Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 84

Examenvraag betreffende de aanleg van een weg op een ophoging op een samendrukbare kleilaag van 6 m dikte.

Klokslag twaalf voor de CE-markering op geotextielen

A. Peters, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 91

Per 1 oktober 2002 is levering van CE-markering wettelijk verplicht voor vliezen, weefsels en composieten (als scheidingslaag, filter, wapening, bescherming en voor drainage). Over één tot twee jaar, na gereedkomen van de betreffende normen, wordt dat eveneens verplicht voor geomembranen, matten, weefsels en composieten voor erosiebestrijding.

Praktijkproef damwandpolder

D.W. Hemelop, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 96

'Damwandpolder' is de naam voor een nieuwe bouwmethode, bedoeld voor de aanleg van verdiepte ligging van auto- en spoorwegen. De bouwmethode maakt gebruik van stalen damwanden, kunststoffolie en geotextielen. In 2001 is een praktijkproef uitgevoerd met de bijzondere toepassing van geotextielen bij deze bouwmethode. Deze praktijkproef heeft de haalbaarheid van de damwandpolderconstructie enerzijds bevestigd, maar ook een nieuw aspect aan het licht gebracht. Het aanvullen van de proefkuip leverde een grotere blijvende rek in het geotextiel op dan het intrillen van de voorzetwanden.

Funderingswapening: onberekenbaar maar voorspelbaar

C.A.P.M. van Gurp, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 100

Om het dimensioneren en herontwerpen van dunne asfaltverhardingen te verbeteren is begin 2002 CROW-publicatie 157 'Dunne asfaltverhardingen: dimensionering en herontwerp' uitgegeven. Deze publicatie bevat een beslisprocedure die het de gebruiker of ontwerper met name voor het wapeningsaspect van de fundering mogelijk maakt om tot een goede keuze van een geokunststof te komen. Bij dunne asfaltverhardingen wordt het dragend vermogen van de wegconstructie in hoge mate bepaald door de wegfundering. Gebruik van geokunststoffen in de fundering of in het scheidingsvlak tussen ondergrond en (onder)fundering kan bijdragen aan de structurele eigenschappen van de fundering.

Funderingen in comakership

W.R. de Sitter, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 106

Samenwerkingsvormen bestaan al sinds de jaren '60 van de vorige eeuw. Comakers brengen hun eigen kennis en kunde in. Hierdoor verkrijgt men besparingen op wat economen 'transaction costs' noemen. Als voorbeeld wordt het 'comaken' van een paalfundering behandeld. Ontwerp en fabricage van voorgespannen elementen, het heien en de montage van de balken is bij de comaker van de fundering in één hand. De comaker volgt de bouwstroom van de hoofdaannemer en volgt hem van locatie naar locatie. Veel aandacht gaat uit naar de overlegstructuur tussen hoofdaannemer en comaker(s) tijden het bouwproces.

Duurzaamheidsaspecten in relatie tot indring van chloride

W.R. de Sitter, Geotechniek nr. 4, oktober 2002, pagina 112

De duurzaamheid van betonnen palen wordt in hoofdzaak bepaald door de vraag of corrosie van de wapening op kan treden. Dit kan worden veroorzaakt omdat chloride, bijvoorbeeld uit brak grondwater, in het beton dringt. Hierdoor zou ter hoogte van de wapening het kritisch chloridegehalte kunnen worden overschreden. Met water verzadigd beton vormt een barrière voor toetreding van zuurstof. Zonder zuurstof kan corrosie niet optreden. In het algemeen zal daarom op die plaatsen waar chloride uit brak grondwater in een paal dringt, corrosie niet mogelijk zijn omdat ter plaatse onvoldoende zuurstof beschikbaar is. Geconcludeerd mag dus worden dat betonnen heipalen een onbeperkte technische levensduur hebben.