Abstracts Civiele Techniek

Hieronder kunt u een aantal abstracts van artikelen uit het vaktijdschrift Civiele Techniek vinden, uit de jaren 1999-2009.

2009   2003
2008   2000
2006   1991
2005

Jaargang 2009

Nieuw middel voor effectief risicomanagement

A. Verweij, T. Bles, Civiele Techniek 2009, nr 8, p17
Monitoring en kwaliteitscontrole zijn uitstekende gereedschappen voor risicomanagement bij ontwerp en aanleg van bouwputten in stedelijk gebied. De omvang van de monitoring en de relatie met het ontwerp- en uitvoeringsproces zijn in veel gevallen echter nog onderbelicht. Eind 2009 verschijnt de CUR B&I Richtlijn 223 -‘Meten en monitoren bij bouwputten’. Door goed gebruik te maken van monitoring kan meerwaarde ontstaan voor civiele projecten.

Leidingenpassage op 42 meter onder de Yangtzehaven

M. Fukken, Civiele Techniek 2009, nr 8, p28
Om de Yangtzehaven als toegangsweg naar Maasvlakte 2 gereed te maken, is deze zomer gestart met de eerste voorbereidende werkzaamheden. De verlenging van kabels en leidingen wordt gerealiseerd via zes horizontaal gestuurde boringen. De buizen komen op 42 meter diepte en krijgen te maken met een complicerend zoutgehalte van het water. In 2010 wordt het werk opgeleverd.

Tweede Coentunnel en Westrandweg

G. van Nifterik, Civiele Techniek 2009, nr 8, p31
Begin september heeft minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat het officiële startsein gegeven voor de aanleg van de Tweede Coentunnel. De tunnel wordt 660 meter lang, 30 meter breed en zal bestaan uit vier elementen met een lengte van 178,5 meter. In 2012 moet de tunnel gereed zijn.

Predictie van omgevingsbeïnvloeding bij de nieuwe spoortunnel Delft

M.J.C. Everaars, M. Meulblok, E. Kwast, S.E.J. Spierenburg, Civiele Techniek 2009, nr 8, p34
De nieuwe spoortunnel in Delft wordt gerealiseerd midden in het hart van de stad. De tunnel wordt grotendeels gebouwd als wanden-dak-methode met toepassing van diepwanden. Daar de tunnel vlak bij bebouwing komt is het beheersen van deformaties een van de belangrijkste factoren van het ontwerp.

Grondverbeteringstechnieken in Nederland, deel 2: Voorbeeldprojecten

A.E.C. van der Stoel, J.K. Haasnoot, Civiele Techniek 2009, nr 8, p43
In het vorige artikel is een onderscheid gemaakt tussen de verschillende categorieën grondverbeteringstechnieken en is er ingegaan op injectietechnieken, mechanische grondmenging en grondbevriezingstechnieken. In dit artikel zullen van deze technieken enkele voorbeelden worden gegeven van recente toepassing in Nederland.

Geocell als basis voor gewapende grondconstructies

M. Zuidema, Civiele Techniek 2009, nr 7, p13
Aan de zuidzijde van Sneek wordt een ongelijkvloerse kruising aangelegd in de vorm van een hooggelegen ovale rotonde (ovatonde). Vanwege de slappe veengrond bleek een geocell-constructie geschikt voor grondstabilisatie. Door deze geocell constructie onstaat een buigstijve, meter dikke plaat. Vanwege de wisselende ondergrond en de aanwezigheid van een gasleiding is er tijdens de werkzaamheden een uitgebreid monitorsysteem toegepast.

Grondverbeteringstechnieken in Nederland, deel 1: State of the art

A.E.C. van der Stoel, J.K. Haasnoot, Civiele Techniek 2009, nr 7, p17
In zowel de Nederlandse als de internationale bouwpraktijk bestaat een steeds grotere behoefte om relatief ongunstige grondeigenschappen te verbeteren of zetteingen ten gevolge van bouwactiviteiten te voorkomen of te compenseren. Bij projecten waar geo-engineering een belangrijke rol speelt is hierbij de laatste jaren een toename van het gebruik van grondverbeteringstechnieken, zoals grondbevriezing en injectietechnieken, waar te nemen. Dit heeft er mede toe geleid dat veel informatie over het ontwerp en uitvoering van deze grondverbeteringstechnieken is verschenen.
In dit artikel worden de beschikbare technieken kort uiteengezet. In deel 2 wodt het gebruik van grondverbeteringstechnieken in Nederland nader uitgezet.

Grondvernageling A2 met geogrid

J.G. van de Water, L. Rietveld, C. Brok, Civiele Techniek 2009, nr 7, p29
Bouwcombinatie InfrA2 ontwerpt en bouwt in opdracht van Rijkswaterstaat Noord-Brabant de A2 Rondweg Den Bosch. Hierbij moeten de huidige bruggen en viaducten op het traject worden verbreed. Voor de stabilisatie van de grondlichamen tijdens deze werkzaamheden is grondvernageling met geogrid toegepast.

Vernieuwde spooronderdoorgang 'De Put' in Den Haag

A.-J. Snethlage, Civiele Techniek 2009, nr 7, p37
Voor de vervanging van de huidige spoornderdoorgang bij de Vaillantlaan in Den Haag, beter bekend als 'De Put', was het noodzakelijk om de effecten van de werkzaamheden op de omgeving voorafgaand aan het werk te voorspellen. Fugrp heeft voor de hei-en trilwerkzaamheden prognoses voor de schade en hinderbeleving uitgevoerd. Ter controle van de uitvoering zijn trillingen en geluid gemeten, zowel tijdens de installatie van dwamwandplanken als tijdens installatie van boorpalen.

Toepassing voorgespannen boorpalen

J. van Dalen, Civiele Techniek 2009, nr 7, p41
Momenteel is de nieuwbouw voor de IB-Groep (Informatie Beheergroep van het Ministerie van OCW) en de Belastingdienst te Groningen in volle gang. Naast de zichtbaar bijzondere en vernieuwende vormgeving is er ook sprake van een vernieuwende fundering. Op basis van het resultaat van proefbelastingen en nasonderingen is het ontwerp geoptimaliseerd terwijl de uitvoering hiervan al in volle gang was.

Historie: Treinramp van Weesp, ‘Een ontzaglijk ongeluk...’

G. van Nifterik, Civiele Techniek 2009, nr 7, p47
Toen op vrijdagochtend 13 september 1918, de forensentrein naar Amsterdam op het punt stond de brug over het Merwedekanaal bij Weesp op te rijden, begaf de spoordijk het en stortte de trein zeven meter naar beneden. Het ongeval leidde uiteindelijk tot de oprichting van het Laboratorium van Grondmechanica in Delft.

Jaargang 2008

Zakencentrum Almere krijgt hoogste en diepste punt van Flevoland

A.Yahyaoui, R.A. van der Eijk, Civiele Techniek 2008, nr 8, p15
Het kantoorcomplex L'Hermitage te Almere betreft een drietal, waarvan Carlton met circa 120m de hoogste is. Ten behoeve van de gebruikers van deze gebouwen worden twee, vier verdiepingen tellende, parkeergarages gerealiseerd.
Dit artikel gaat in op de bouwkuip, de verankering, funderingspalen en de monitoring voor het meten van vervormingen tijdens de uitvoering.

Funderingstechniek moet en zal verder professionaliseren

F. van Tol, Civiele Techniek 2008, nr 7, p15
De aandacht voor de Nederlandse ondergrond neemt toe. Dat komt doordat er steeds vaker ondergrondse oplossingen moeten worden gekozen voor ruimtelijke problemen. Voor de sector Funderingstechniek is het daarom belangrijk verder te professionaliseren. Dat vindt prof. Frits van Tol, hoogleraar Funderingstechniek aan de Technische Universiteit Delft. Dat wil zeggen borging van ervaringskennis, verkleining van de faalkans, verdere optimalisatie van het ontwerp en bewustwording van de maatschappelijke betekenis van ondergronds bouwen. Een stadscentrum jarenlang openleggen, is niet goed voor de acceptatie.

Federation Island: Oplossingen voor liquefactie

M. Post, Civiele Techniek 2008, nr 7, p26
Mede met het oog op de Olympische Winterspelen van 2014 is een plan ontwikkeld om in de Zwarte Zee een kunstmatig eiland te ontwikkelen in de vorm van de Russische Federatie: Federation Island. Een van de grootste geotechnische aandachtspunten daarbij is de kans op liquefactie van de aanwezige silt- en zandlagen gedurende een aardbeving. In de haalbaarheidsfase zijn verschillende oplossingen bekeken om de kans op liquefactie te vermijden dan wel te verkleinen.

Classificatie grondsoorten op basis van sonderingen

W.A. Nohl, E. De Boer, Civiele Techniek 2008, nr 7, p29
In de praktijk worden veel geotechnische parameters ontleend aan sondeerresultaten. Naast de directe bepalingen van het paaldraagvermogen op basis van de conusweerstand, worden stijfheids- en sterkte-parameters uit conus- en wrijvingsweerstand afgeleid. Een van de belangrijkste toepassingen van de sondeeerresultaten betreft de classificatie van de grond en het vaststellen van de laagopbouw. Binnen Fugro wordt sinds kort een geautomatiseerd classificatiesysteem voor sonderingen toegepast, waarbij naast de sondeergrafieken een interpretatie van de opbouw van de ondergrond wordt gegeven.

Ontwerp en uitvoering paalfundering Hal 10

J.G. Janssen, J.W.R. Brouwer, Civiele Techniek 2008, nr 7 p37
Hal 10, op het terrein van Hollandia te Krimpen a/d IJssel, wordt voorzien van een onderheide, gewapende betonnen vloer. Door de opslag en het transport van zware onderdelen wordt dfe vloer van de hal zwaar belast. De belastingen worden via een paalfundering overgebracht naar de draagkrachtige zandlaag. Sonderingswaarden geven echter een grillige geologie aan. Bijkomend probleem bij de uitvoering van de palen is opborrelend gas, veroorzaakt door veenlagen in de ondergrond.

Betere voorspelling zijdelingse grondverplaatsingen voor paalfunderingen

R. Steenbrink, M.G.J.M. Peters, Civiele Techniek 2008, nr 7 p46
In gebieden met slappe bodem is het effect van zijdelingse grondverplaatsingen op funderingspalen onder de landhoofden vaak bepalend voor de bouwtijd van viaducten. Dit gedrag wordt in berekeningen vaak als lineair evenredig met het tijd/zettingsverloop beschouwd. Het betreft vaak een conservatieve benadering van het werkelijke tijd/verplaatsingsverloop. Aan de hand van meetresultaten kunnen het ontwerp en de uitvoeringstijd van de paalfundering worden geoptimaliseerd.

Jaargang 2006

Verticale drainage in slibdepot Bremerhaven aangebracht

J. Spelt, Civiele Techniek 2006, nr 6, p33
Het rendement van slibdepots kan verbeteren door een snelle ontwatering. Bij het uitbreiden van de kade en het terrein op een slibdepot in de Osthafen in Bremerhaven heeft Cofra het verticale drainagesysteem Beaudrain-5 vanaf drijvende pontons aangebracht. Hierdoor kon meer specie worden geborgen en komt het terrein snel beschikbaar voor gebruik. Het systeem is de laatste jaren ontwikkeld en getest op vele werken in Nederland voor het versneld zettingsarm maken van terreinen en wegen.

Ontwerp en aanleg diep groutstempel Noord/Zuidlijn

T.A.M. Salet, Civiele Techniek 2006, nr 6, p30
De aanleg van de Noord/Zuidlijn in Amsterdam is in volle gang. In de binnenstad worden stations gebouwd tot een diepte van 26 meter onder het maaiveld. Veelal historische gebouwen staan op slechts enkele meters van de stations. Tijdens het ontwerp is veel aandacht besteed aan het beperken van eventuele zettingen van deze panden en de beheersing van zettingen met observational method. Een bijzonder onderdeel hierbij is het ontwerpen en aanleggen van een diep groutstempel.

Minder pompen zonder te verzuipen

P. Juijn, Civiele Techniek/Advertorial 2006, nr 6, p28
Het grondwater in Delft staat al negentig jaar kunstmatig laag. Reden is de grootschalige grondwaterwinning door DSM Gist. Nu dit bedrijf plannen heeft om de winning te verminderen en op termijn zelfs te stoppen, dreigen er problemen: wateroverlast, verzakkingen, opbarstende parkeergarages en verzilting. Binnen het kennisprogramma Delft Cluster wordt onderzocht met welke mix van maatregelen deze problemen het beste zijn te voorkomen.

Innovatieve meettechnieken moeten kennisniveau tunnelboortechniek verhogen

P. Juijn, J.K. van Deen, Civiele Techniek 2006, nr 6, p25
Ondanks de kennisontwikkeling op het gebied van tunnelboren blijven er vragen bestaan. Niet alleen vanwege de behoefte om sommige fenomenen nog preciezer te kunnen voorspellen, maar ook omdat de trend is om boortunnels minder diep aan te leggen. Innovatieve meettechnieken bij praktijkprojecten moeten het kennisniveau naar een nog hoger niveau tillen.

Spoorzonde Delft: tunnel maakt weg vrij voor herontwikkeling

K.M.A. Hoogenboezem-Lanslots, J.G.L. van der Post, Civiele Techniek 2006, nr 6, p23
Een bezoek aan de Phoenixstraat in Delft maakt direct duidelijk waarom de stad een probleem heeft met het treinverkeer. Rakelings langs de historische binnenstad en op enkele meters van de woningen aan de Spoorsingel passeren dagelijks meer dan 350 treinen. Dit is gemiddeld één trein per 2,5 minuten. Dit gebeurt zeker niet geruisloos. Integendeel: de huizen langs het spoor hebben een geluidsbelasting van 85 decibel of meer. Dat geeft ernstige overlast voor bewoners. Bovendien belemmert het de ontwikkeling van het gebied ronde het spoor.

Hubertustunnel: boren onder bebouwing

M.S. Langhout, Civiele Techniek 2006, nr 6, p21
De Hubertustunnel vormt het sluitstuk van de Noordelijke Randweg bij Den Haag. In opdracht van de gemeente Den Haag realiseert de Hubertus Tunnel Combinatie v.o.f. het laatste deel van de N14. Bijzonder in dit project is niet zozeer dat een geboorde tunnel wordt aangelegd, maar wel dat dit gebeurt ónder de bestaande bebouwing.

Doe méér met de ondergrond

A. Teunis, Civiele Techniek 2006, nr 6, p19
Waarom zouden we het wegennet niet helemaal naar de ondergrond verplaatsen? En bovengronds meer parken aanleggen? Dat is een van de kwesties die aan de orde komen in het boek Sustainable Use and Management of the Shallow Subsurface, dat waarschijnlijk medio 2007 uitkomt. Het doel van het boek is meer begrip kweken voor de rol van ondergronds ruimtegebruik bij planologen, architecten, projectontwikkelaars en beleidsmedewerkers. En voor het toenemende belang daarvan.

Meervoudig ruimtegebruik in historisch Brussel: buizendaktunnel Josafat

J.T. van der Poel, C. van Eerdenbrugh, Civiele Techniek 2006, nr 3/4, p19
Het aanleggen of uitbreiden van infrastructuur in stedelijke omgeving leidt tot steeds complexere ontwerpopgaven. Als onderdeel van het Gewestelijk ExpresNet (GEN) voor Brussel wordt een 1.250 m lange, dubbelsporige tunnel gerealiseerd op een diepte van ongeveer 18 m onder maaiveld. De tunnel bevindt zich onder een statige buurt van Brussel met panden uit eind negentiende en begin twintigste eeuw.

De ondergrondse polder: een nieuwe benadering van dijkverzwaring

G. van der Horst, N.J. Niemeijer, G.J. Flórián, Civiele Techniek 2006, nr 3/4, p14
Bij de 'ondergrondse dijkversterking' wordt niet de sterkte van de grond verbeterd, maar worden de belastingen beheerst. Door middel van de aanleg van een (langgerekte) ondergrondse polder in de stabiliteitszone van de dijk staan de waterspanningen in en onder de dijk niet meer onder directe invloed van de rivier. Hierdoor kunnen robuuste bovengrondse dijkversterkingen achterwege blijven.

Eerste diepwand-kademuur in Nederland op de Maasvlakte

J.K. Simon, Civiele Techniek 2006, nr 3/4, p9
Op Maasvlakte 1 in het Rotterdamse havengebied is de ontwikkeling van de nieuwe Euromax-containerterminal van start gegaan. Het is de eerste keer dat in ons land een zeekade als diepwand wordt uitgevoerd. De meeste zeekades zijn stalen constructies. Niet zelden treedt na verloop van jaren corrosie op. Ook in de haven Rotterdam kent men dit probleem. Met het oog daarop zocht het Havenbedrijf naar alternatieven.

Slim ondergrons bouwen in Den Haag: Spuimarkt-project

R.P. Lam, Civiele Techniek 2006, nr 2, p26
In 1999 is DHV als hoofdconstructeur met het Spuimarkt-project inclusief tram in Den Haag begonnen. Toen werd gevraagd om als een van de drie ontwikkelaars in de Spuimarkt CV met alternatieve constructievoorstellen te komen.

Den Haag kiest voor de ondergrond

Civiele Techniek 2006, nr 2, p23
Op 17 november 2005 heeft de gemeenteraad van Den Haag ingestemd met de Structuurvisie Den Haag 2020, Wereldstad aan Zee. In de structuurvisie wordt een visie ontvouwd op de toekomst van de stad.

GeoBrain Funderingstechniek

B.R. Hemmen, Civiele Techniek 2006, nr 2, p21
Bij funderingswerken gaat het geregeld mis, vaak doordat bij het ontwerp geen rekening is gehouden met de uitvoerbaarheid. Met GeoBrain Funderingstechniek probeert GeoDelft, samen met verschillende partners, daarin verandering te brengen. Zo zijn een toegankelijke database met praktijkervaringen en modellen gemaakt om vooraf de uitvoerbaarheid van ontwerpen te toetsen.

Innovatieve wanden in bouwput centrum Vlissingen

E.J. Huiden, V. van der Wal, N. de Bruin, Civiele Techniek 2006, nr 2, p17
Vlissingen krijgt een vernieuwd stadshart. De basis daarvoor is inmiddels gelegd in de vorm van een waterdichte bouwput, waarvan de wanden op een speciale wijze zijn uitgevoerd om schade aan de omliggende bebouwing te voorkomen en overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken.

Innovatieve dijkversterking door dijkvernageling

H.J. Lengkeek, C.J. Dykstra, Civiele Techniek 2006, nr 2 p11
Het consortium Inside Squad heeft binnen het onderzoeksprogramma Inside het concept 'Dijkvernageling' ontwikkeld en recentelijk de Praktijkfase afgerond. Het veelbelovende concept bestaat uit het vernagelen van het binnendijkse grondmassief van een dijk zonder verbreding ervan.

12½ jaar IFCO-methode: 1,5 miljoen m² grond geconsolideerd

W.M.W. Don, Civiele Techniek 2006, nr 2, p8
Voor infrastructuur, sportterreinen, parken, ruinen en voorzieningen die min of meer tot de opgenbare ruimte worden gerekend, wordt er zelden of nooit onderheid. Met alle gevolgen van dien. Ter gelegenheid van het 12½-jarig bestaan van de IFCO-methode wordt in dit artikel ingegaan op ervaringen en motoring van de gerealiseerde projecten.

BioSealing: Succesvolle techniek z.k.m. probleembezitters

J.W.M. Lambert, Civiele Techniek 2006, nr 2, p6
GeoDelft heeft een schoon wegbouwconcept: de Kyotoweg. Het is een milieuvriendelijke weg die bestaat uit gemodificeerd baggerspecie op houten palen. Deze weg is zettingsvrij en heeft tal van milieuvoordelen boven traditionele wegen op zand.

De Kyotoweg, een duurzame en schone wegconstructie

S.J.M. van Eekelen, Civiele Techniek 2006, nummer 1 pagina 24
GeoDelft heeft een schoon wegbouwconcept: de Kyotoweg. Het is een milieuvriendelijke weg die bestaat uit gemodificeerd baggerspecie op houten palen. Deze weg is zettingsvrij en heeft tal van milieuvoordelen boven traditionele wegen op zand.

Jaargang 2005

Poldergarages: flexibel ondergronds bouwen tegen aanvaardbare risico's

A.W. Boer, J. Cusell, Civiele Techniek 2005, nr 6, p31
Polders vormen een eeuwenoude oplossing om in drassig land droge voeten te houden. Het principe is eenvoudig en het wordt overal op grotere en kleinere schaal toegepast. Ook op heel kleine schaal: in polderconstructies. Gegeven de beperkte ruimte in ons land bouwen we al jaren ondergrondse constructies. Verreweg de meeste ondergrondse bouwwerken worden uitgevoerd als een waterdichte bak. Als we echter om ons heen kijken en denken in de geest van Leeghwater en Lely zien we direct dat er ook een ander oplossing is: polderen. Deze polderconstructies zijn met name geschikt voor parkeergarages.

Innovatieve funderingstechniek zettingsvrij, snel en economisch

H. van Eijk, Civiele Techniek 2005, nr 5, p28
Bij de aanleg of uitbreiding van lijninfrastructuur is behoefte aan betrouwbare funderingssystemen met een minimale restzetting, een korte bouwtijd en een beperkt ruimtebeslag. Het AuGeo-systeem is een zettingsvrij funderingssysteem, bestaande uit in de grond gemaakte palen waarop een spreidingsmatras wordt aangebracht. Introductie bij de proeftuin HSL, werken voor Rijkswaterstaat en Gemeentewerken Rotterdam en de aanleg van een spoorlijn in Maleisië tonen aan dat dit systeem een waardevolle innovatie is.

Dutchdam, de uitklapbare waterkering

C. Rijlaarsdam, Civiele Techniek 2005, nr 5, p22
De Dutchdam is een nieuw waterbouwkundig instrument, een uitklapbare waterkering die tijdelijk kan worden ingezet bij hoog water. De Dutchdam wordt geïnstalleerd in kade(-muren) langs rivieren met overstromingsrisico's. Het in geëxtrudeerd aluminium uitgevoerde, uitklapbare deel van de constructie wordt in ingeklapte toestand opgeborgen in een gootconstructie die deel uitmaakt van een grondconstructie.

Nieuwe handleiding voor toepassing geotextiele zandelementen

E.L.F. Zengerink, Civiele Techniek 2005, nr 5, p18
Geotextiele zandelementen worden al jaren toegepast. In Nederland nog op kleine schaal, maar wellicht gaat dat veranderen nu er een handleiding is geschreven voor de toepassing van deze elementen, het CUR-rapport 214. Door dit kunnen veel vragen worden weggenomen, wat de inzet van geotextiele zandelementen kan bevorderen. Een aantal typen wordt behandeld in dit artikel:

  • geobags
  • geomatten
  • Geotube
  • Geocontainer

Proefproject 'Wortelstraten'

Civiele Techniek 2005, nr 3/4, p34
In oktober 2003 heeft Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) op een locatie in IJburg het zogenaamde proefproject Wortelstraten opgestart. Doel van dit project was inzicht te krijgen in nieuwe methoden en technieken om bomen, ook in de steeds complexere stedelijke omgeving, voldoende wortelruimte te geven. Vaak is er alleen nog ruimte voor wortels onder parkeervakken en rijwegen. De neerwaartse druk is er echter meestal te groot voor boomwortels.

Vaargeulverdieping door onderzuigen economisch en milieuvriendelijk

P. van der Linde, B.M. Janssen-Stelder, Civiele Techniek 2005, nr 2, p26
Na de ontwikkeling van het consolidatiesysteem 'Beaudrain' heeft Boskalis nu 'Beaudredge' ontwikkeld. Dit is een nieuwe techniek waarbij schoon zand onder een (onbruikbare) bovenliggende laag wordt weggezogen en de bestaande (water)bodem ongeroerd omlaag zakt.

Ervaringsdatabase voorspelt uitvoeringsrisico's

B.R. Hemmen, T. Bles, Civiele Techniek 2005, nr 2, p24
In de praktijk blijkt de uitvoerbaarheid van het inbrengen en trekken van damwandplanken, prefab palen, vibropalen en andere soorten funderingselementen tegen te vallen. Uit berekeningen kan naar voren komen dat een ontwerp voldoet aan de eisen voor draagvermogen en stabiliteit. Daarbij wordt vaak niet gekeken naar de uitvoerbaarheid van het ontwerp. Hier zit nu juist de discrepantie tussen praktijk en theorie. Deze discrepantie is te verkleinen door de ervaringen uit de praktijk bij de ontwerper te brengen en een voorspelling te maken voor de uitvoerbaarheid van het werk op basis van deze ervaringen.

Detectietechniek voor het opsporen van ondergrondse kabels, leidingen én lekkages

M.C. van der Rijst, P.B. van der Roest, Civiele Techniek 2005, nr 2, p22
Bij grondverzet-, boor- en heiwerkzaamheden en werkzaamheden aan het spoor blijkt veelal dat de ligging van ondergrondse kabels en leidingen niet zo goed bekend is als wenselijk zou zijn. Er is een nieuwe, elektrische techniek om ondergrondse infrastructuur op te sporen: de Tracer-methode, waarmee ook lekkages in de bodem kunnen worden opgespoord.

Lekdetectie in een tunnelbak

W.P.H. Knoops, P.P.A. Wolfs, Civiele Techniek 2005, nr 2, p18
Het geheel of gedeeltelijk ondergronds bouwen biedt veel voordelen. In Nederland betekent dat meestal dat daarvoor een bouwput nodig is, die tot ver onder het grondwaterniveau moet worden ontgraven. Welvorming of hydraulische grondbreuk kunnen bij dergelijke projecten voor grote problemen zorgen.

Biogrout, microbiële zandsteenvorming op bestelling

C.C.D.F. van Ree, W.O. Molendijk, W.H. van der Zon, V.S. Whiffin, Civiele Techniek 2005, nr 2, p15
Geïnspireerd door een Australisch onderzoek waarbij bacteriën gebruikt zijn om zandsteen te creëren (met het oog op restauratie van monumenten) is GeoDelft op het idee gekomen om te onderzoeken of dit proces van het herstellen van de natuurlijke binding van zandkorrels in zandsteen ook direct op los zand kan worden toegepast.

Contractuele verdeling van geotechnische risico's

J.G. Knoeff, E.J. Aukema, Civiele Techniek 2005, nr 2, p12
De onzekerheid over de eigenschappen van de bodem is vele malen groter dan de onzekerheid over de eigenschappen van bijvoorbeeld staal en beton. Zeker in de huidige markt, waarin verantwoordelijkheden verschuiven van opdrachtgevers naar opdrachtnemers, is er behoeft aan een systematiek om de onzekerheden van de ondergrond beter en transparanter te beheersen.

Heien op verhoogde aardebaan na aanvullend geotechnisch onderzoek naar wateroverspanningen

W.L. Wieser, M.J. den Uil, Civiele Techniek 2005, nr 2, p7
Ten oosten van het knooppunt Deil is de aardebaan van de Betuweroute over circa 3 km verhoogd aangelegd. Gezien de onzekerheid over de daadwerkelijke veiligheidssituatie van de aardebaan bleek het heien van de funderingspalen voor geluidsschermen in eerst instantie niet verantwoord Daarom is eerst een aanvullend geotechnisch onderzoek uitgevoerd.

Jaargang 2003

Onderhogen - zettingen elimineren zonder verkeersoponthoud

E.J.Huiden en B.G.H.M.Wichman, Civiele Techniek 2003, nr 4, p30
BAM Grondtechniek en RWS-DWW doen onderzoek naar methoden om het verticaal alignement van wegen te herstellen zonder het verkeer te hinderen. BAM doet onderzoek naar materialen, werkwijze en rekenmodellen, DWW ondersteunt het onderzoek met geocentrifugeproeven en proefterreinen.
De techniek is nog deels in ontwikkeling maar inmiddels is duidelijk wat wel en wat niet kan. Met de evaluatie van het project N11 is een aantal markante leerpunten op technisch en organisatorisch terrein naar voren gekomen.

GeoKoepel - de civieltechnische aspecten

Frans Taselaar, Civiele Techniek 2003, nr 4, p6
In mijnbouwkundige toepassingen is al vaker aangetoond dat grote ruimten op grote diepte relatief eenvoudig kunnen worden gemaakt. Het GeoKoepel-concept gaat ervan uit dat deze technieken ook voor civieltechnische doeleinden kunnen worden toegepast. De GeoKoepel kan gezien worden als een vervolg op hoogbouw, maar is daarvan de tegenpool. Zij heeft geen daglicht, maar wel een grote kolomvrije ruimte die goed geïsoleerd is.

Jaargang 2000

Big Spotters Hill

M. Besterman en H. Niemeijer, Civiele Techniek 2000, nr 2, p22
4600 jaar geleden bouwde Imhotep een piramide voor farao Djoser in Sakkara. Vijf jaar geleden ontwierp de architect van de 'World Horticultural Exhibition, Floriade 2002' te Amsterdam, een piramide als die van Djoser, met de naam Big Spotters Hill (BSH). Het is de eerste piramide die gebouwd is van grond. Op dit moment is de grondconstructie in aanleg en worden de resultaten nauwkeurig gevolgd.

Jaargang 1999

Hergebruik grond bij aanleg tweede sluis bij Lith

J. Welleman en D.Hof, Civiele Techniek 1999, nr 1, p6
Om de groei van het transport over water mogelijk te maken op de verbindingsas Rotterdam-België-Duitsland wordt het hoofdvaarwegennet op een aantal plaatsen in Nederland verbeterd. Een project dat momenteel wordt uitgevoerd is de bouw van een tweede (grotere) sluis bij Lith in de Maas. Hierbij komt een grote verscheidenheid aan grondsoorten vrij en moet de oeverbescherming worden verplaatst. Door vakkennis en goede contacten met afnemers van grond is inmiddels 90 procent van het materiaal hoogwaardig herqebruikt. Hierdoor wordt een nieuwe invulling gegeven aan duurzaam bouwen die ook economisch voordee1 oplevert.