De duurzame voedingsmiddelenfabriek.

De voedingsmiddelenindustrie is middelmatige gebruiker van energie. Ze staan op de derde plaats na Metaal & Electro en de Chemische Industrie. Bij voedingsmiddelenindustrie valt nog steeds veel te besparen. Dat komt omdat de energieprijzen in het verleden dusdanig laag waren dat het niet lonend was om aanpassingen aan de installaties te doen. Tegenwoordig ligt dat compleet anders en worden er besparingen van 95% gerealiseerd.

Op de eerste plaats van de besparingsmogelijkheden staat de industriële warmtepomp. Deze functioneert het beste als de delta T beperkt is tot zo’n 20 graden C. Dan kan je rendementen van meer dan 100% behalen.

Op de tweede plaats staat de elektrische boiler. Deze is vergelijkbaar met de waterkoker thuis maar dan veel groter. Dit is een goede oplossing om geen gas meer te gebruiken.

Erik Geensen noemde in totaal 9 verschillende besparingsmogelijkheden maar daarvoor verwijs ik u naar de presentatie op onze website.

Ook legde hij uit welke projecten al gerealiseerd zijn: drogen van poederkaas, drogen van aardappels en besparingen bij het maken van worsten.

De conclusie is dat er de voedingsmiddelenindustrie nog veel kan en moet gebeuren. De hoge prijs van energie helpt hierbij. Het was een leerzame avond.

 

Namens KIVI-regio Gelderland, Gerard Thomas