Lezing “De Verworpen Parel“
Het verhaal achter de bruinkoolwinning

Geheel tegen de mainstream opvatting in heeft Anne-Marie Oudejans op 6 april in het Buurtgebouw De Raat in Beilen een twintigtal leden van het KIVI laten zien dat bruinkoolwinning ook gewoon mooi is. Als je het maar wilt zien. Voor het gezelschap van het Koninklijk Instituut voor Ingenieurs zijn niet alleen allerlei technische wetenswaardigheden de revue gepasseerd maar bovendien het mooie lijnenspel en de verbazingwekkende kleuren.

Bruinkool is op dit moment een veelal verguisde en verworpen brandstof. Maar wat een techniek komt er bij kijken. En over die techniek en de schoonheid daarvan heeft Anne-Marie het vanavond gehad.

Bruinkool zit, net als steenkool, in de grond en wij halen het eruit. En net als steenkool bestaat ook bruinkool uit ingekoold plantenmateriaal. In Duitsland is dit materiaal 15-20 miljoen jaar oud en stamt uit het Mioceen tijdperk. In deze tijd was de zeespiegel zeer hoog. Zo hoog, dat Nederland onder water stond. Daarnaast waren grote delen van West-Europa moeraswoud. In Duitsland heerste er een subtropisch klimaat. Grote delen van Europa waren bedekt met moerasnaaldwouden Sequioa’s en Taxus: de grondstof voor bruinkool. Door de latere klimaat- en zeespiegel wisselingen stierven deze wouden af en kwamen ze onder het sedimentgesteente.

Tijdens de Mioceen waren er in het gebied rond het huidige Keulen en Aken ook van deze enorme moerasnaaldwouden. Hieruit is dus de enorme bruinkoolvoorraad van Garzweiler ontstaan en er wordt al meer dan 200 jaar uit gewonnen. De dikte van de kolenlaag varieert van 80-100 m, dat is net zo hoog als de Martinitoren. Het oppervlak van de afgraving is 110 km2 en dat is te vergelijken met 14.600 voetbalvelden.

Hoe wordt tegenwoordig bruinkool gewonnen? Hiervoor wordt een enorme kuil gegraven. De ene kan heet de “Abbau” en aan de andere kant wordt het deklaaggesteente teruggestort. Dat is de “Verkippung”. Uiteindelijk wordt onderin, in een relatief kleine zone, de onderste “Sohle” de kolen gewonnen. Zo “wandelt’ het geheel door het landschap.

Alle werkzaamheden worden gedaan met zogeheten “Grossgeräte”. Aan de “Abbau” staan de gravers of “Bagger”. Het afgegraven deklaagmateriaal de “Abraum” wordt aan de andere zijde van de groeve weer teruggestort door spreiders of “Absetzers”. De grootste graver ter wereld is de B 288 en die werkt in Garzweiler.

Hieronder weer een ”Bagger”.  Het geheel staat en rijdt op rupsbanden (auf Raupen) en is in zijn geheel draaibaar (of schwenkbar). De aanduiding is getal SRs typenr. Het eerste getal is het machinenummer de S is van Schaufelrad de R van Raupen en de kleine s van schwenkbar. Het typenummer is gerelateerd aan de capaciteit van het apparaat. Vroeger was dat de inhoud van een schaufel.

Naast de gravers met een vaste en een beweegbare pilon zijn er ook, die maat één pilon hebben en waar het tweede katrollenblok direct aan de graafarm zelf en pal achter het graafwiel vastzit. Minder materiaal maar direct achter dat graafwiel meer last van slijtage en vervuiling door stuifzand.

Het graven kan op meerdere manieren gebeuren. Hier gebeurt dat in langwerpige rechthoekige stroken. Het patroon kun je wat vergelijken als je zelf vooruitlopend met een bosmaaier je grasveld maait.

Elke “Bagger” is draaibaar verbonden met een zogenaamde “Beladewagen” die het afgegraven materiaal van de lopende band van de bagger op de centrale lopende band stort. Via het “Bandsammelstation” gaat de Abraum naar de Absetzer en gaan de kolen naar de kolenopslag en uiteindelijk naar de energiecentrale. Door de flexibiliteit kan de graver dichter of verderaf van de centrale band zijn werk doen. Aldus volgens Anne-Marie.

Van de redactie:
“De bruinkoolwinning en mede die van Garzweiler is om meerdere redenen omstreden:
- de plaatselijke bevolking is tegen omdat dorpen moeten verdwijnen;
- het gebruik van bruinkool is vervuilend;
- de grondwaterstand in de wijde omgeving daalt;
- het landschap wordt door de bruinkoolwinning compleet verwoest.
Het protest vond weerklank in de media. Het oorspronkelijke plangebied van Garzweiler II werd verkleind van 68 km² naar 48 km² en de verhuizing van de dorpen Wanlo, Venrath, Kaulhausen, Wockerath en Kückhoven is daarmee op de lange baan gezet.”
[Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Garzweiler]

Kortom, bevlogen was Anne-Marie zeker. De termen “Schaufelradbaggers”, “Selbstfahrende Beladewagens”, Absetzers”, “Sohlen”, “Tagebaugrossgeräte”, ”Förderbrücke” , “Abbau- und Verkippungsseiten vlogen van links naar rechts en van voor naar achter.  Het ging niet alleen over Garzweiler, maar ook liet Anne-Marie prachtige foto’s zien van Lichterfelde bij Finsterwalde, Tagebau Welzow Süd, openluchtmuseum Ferropolis, Lausitz en Tagebau Hambach. Over de huidige  omstredenheid en ander renewable recources, ook daar ging het even over. Maar na het zien van zoveel mooie afbeeldingen hoe is de bruinkool dan te verafschuwen? En noemen we dit een maanlandschap of – nog erger – een apocalyptisch landschap? Deze introductie en de gedeelde ervaringen van Anne-Marie geven een compleet ander beeld en schoonheid van de bruinkool aan en zou alleen daarom al gewaardeerd moeten worden.

De lezing zou tot 21:00 uur duren, maar onder het genot van een drankje werden er nog lang diepgravende beschouwingen uitgewisseld.

Meer informatie over Garzweiler? Ga 23 juni 2017 mee op excursie en meld je vandaag nog aan via https://www.kivi.nl/afdelingen/regio-noord/activiteiten/activiteit/excursie-tagebau-garzweiler.

Zelf ideeën voor een excursie, lezing of bedrijfsbezoek? Neem contact op met Mariska van Cronenberg | m.vancronenberg@outlook.com | +31 6 512 02 681

Tekst: Ir. Mariska van Cronenberg