Leven met risico's

KIVI-jaarcongres 2016

Verslag van de dag

Vlammende keynotesprekers, dertig parallelle sessies, bijna 400 bezoekers, op vier locaties in het vestingstadje Gorinchem, dat alles maakte het KIVI-jaarcongres een bijzondere gebeurtenis. Het onderwerp ‘Leven met risico’s’ leende zich er ook voor. Want als ingenieurs iets gewend zijn dan is het wel dat ze bij het ontwerp van een proces, installatie, kunstwerk of verkenning van een nieuwe technologie oog hebben voor de risico’s, daar met hun modellen aan rekenen, maar tegelijkertijd is duidelijk dat die getallen alleen niet voldoende zijn.


‘Ingenieurs doen daarom meer dan alleen rekenen, ze zien het ook als hun taak om het maatschappelijk welzijn te bevorderen. En naarmate techniek een steeds groter rol speelt in ons dagelijks leven, is onze verantwoordelijkheid daarvoor des te groter’, aldus KIVI-directeur drs. Micaela dos Ramos. ‘Ook bij nieuwe ontwikkelingen moeten we zorgen dat de innovatie voldoet aan onze behoeften, en we niet iets creëren dat we eigenlijk niet willen. We krijgen dat alleen voor elkaar als we volledig transparant zijn, ook over de risico’s die we nog niet kennen, en een open gesprek met de samenleving aangaan. We moeten voorkomen dat angst een reden is om niet meer te innoveren.’

‘Als we vooruit willen dan moeten we risico’s durven nemen en die maximaal beheersen’

Het onderwerp kwam ook terug in de speech van keynotespreker ing. Pier Eringa, president-directeur van ProRail. ‘Als we vooruit willen dan moeten we risico’s durven nemen en die maximaal beheersen.’ Hij betrok die les die hij leerde in de verschillende functies die hij tijdens zijn carrière vervulde, ook op zijn huidige werk. ‘We worden soms te veel beheerst door wat ik noem veiligheidsradicalisme. Daarom mag er alleen aan het spoor worden gewerkt wanneer de treinenloop volledig stil ligt.’ Een van de consequenties daarvan is dat de aannemers die in de nacht aan het spoor werken, per nachtdienst hooguit drie uur daadwerkelijk aan de slag zijn. Want ze zitten gevangen binnen het krappe tijdsbestek van het werkterrein opbouwen wanneer de laatste avondtrein is gepasseerd en weer afbouwen voordat de eerste ochtendtrein gaat rijden. Eringa: ‘Op de snelweg laat Rijkswaterstaat zien dat er ook kan worden gewerkt, terwijl een van de rijstroken in gebruik blijft, daar moeten we met het spoor ook naar toe.’ Dat betekent dus meer risico’s nemen, maar die zijn door aanvullende maatregelen te beheersen. ‘Ons doel moet zijn dat de reiziger optimaal met de trein kan rijden. Zonder het nemen van risico’s komen we daar niet verder mee.’

‘De overheid is onduidelijk geworden over haar eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheid'

Keynotespreker mr. Pieter van Vollenhoven koos in zijn betoog een heel andere invalshoek, namelijk die van de rol en verantwoordelijkheid van de overheid bij het garanderen van veiligheid. Hij signaleerde dat in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw is gekozen om meer over te laten aan zelfregulering door bedrijven en sectoren. ‘De overheid is vervolgens heel onduidelijk geworden over haar eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheid, ze heeft ook haar regierol losgelaten, en dat is fout.’ Aan die zelfregulering zitten namelijk grenzen. ‘Het is heel goed dat de overheid bedrijven en sectoren een rol geeft, want de overheid kan het niet alleen, heeft vaak ook niet alle kennis in huis. Maar dat is nog geen reden om vervolgens alles aan die sectoren over te laten, en de eigen rol te verwaarlozen. Want maar al te vaak wint het economische belang en het belang van continuïteit van de bedrijvigheid het van de veiligheidsmaatregelen.’

Van Vollenhoven noemde daarvan verschillende voorbeelden. ‘Op allerhande niveaus wist men bij Volkswagen van het gebruik van de sjoemelsoftware, maar het belang van het bedrijf ging boven de bescherming van de luchtkwaliteit. En de NAM wist al jaren dat de gaswinning aardbevingen veroorzaakte, maar bleef tot 2013 ontkennen dat de bevolking er schade van zou ondervinden, want de gaswinning moest doorgaan.’

Volgens Van Vollenhoven blijkt bij calamiteiten keer op keer dat niet helder is welke verantwoordelijkheid bij die zelfregulering hoort. Waarop zijn bedrijven en sectoren aan te spreken? En wat ligt op het bord van de overheid, die uiteindelijk het publieke veiligheidsbelang moet dienen? Hij pleitte daarom voor de vorming van een Veiligheidsinstituut dat zich tot taak stelt om die verantwoordelijkheden helder te krijgen. ‘Zolang dat niet gebeurt blijven we in een schemerzone, en dat gaat ten koste van onze veiligheid.’

De bijdrage van KIVI

In zijn slotspeech verwoorde KIVI-president ir. Gerald Schotman welke rol KIVI zou kunnen vervullen. ‘Bij veiligheid gaat het om bescherming van personen, de context waarin activiteiten plaatsvinden, en in toenemende mate ook de informatiebeveiliging. Op elk van die thema’s kan KIVI een bijdrage leveren.’

'De Zuidvleugel van de Randstad is de tweede hotspot van de Nederlandse maakindustrie'

Voor het KIVI-jaarcongres werd gastvrijheid verleend door de gemeente Gorinchem, scheepsbouwer Damen en producent van melkzuur en bioplastics Corbion. Waarnemend burgemeester drs. Govert Veldhuijzen greep de gelegenheid van het bezoek van de KIVI-jaarcongresgangers aan om te pleiten voor de oprichting van een hbo-opleiding in zijn stad. ‘De Zuidvleugel van de Randstad is na Eindhoven de tweede hotspot van de Nederlandse maakindustrie. Maar beneden Rotterdam is er geen enkele passende opleiding.’ Tijdens een van de deelsessies kwam het idee naar voren om een opleiding te beginnen gericht op digitalisering en datagebruik van industriële processen. Want dat is een onderwerp waar alle bedrijven in en rond Gorinchem, waaronder Damen en Corbion, mee te maken hebben.