Maar liefst negen inzendingen ontving de Kooy Prijs Commissie eind 2018. Stuk voor stuk afstudeerverslagen over onderzoek naar een voor defensie en veiligheid relevante techniek of technologie. Na ‘rijp beraad’ besloot de jury dat Olivier Baas de winnaar was van de Kooy Prijs 2019. Afgestudeerd aan de TU Delft (faculteit 3ME, Master Offshore Engineering) en de afdeling ‘Electronic Defence’ van TNO. “Ik wil een moeilijke opdracht”, verzekerde hij zijn professor. En dus mocht hij onderzoek doen naar het niet-lineaire magnetisch gedrag van ferromagnetisch scheepsstaal. Fundamenteel onderzoek gestaafd met experimenten.

Olivier Baas voerde zijn onderzoek van maart tot november 2018 uit bij TNO in samenwerking met de Defensie Materieel Organisatie (DMO). Baas: “Het doel van dit onderzoek is tweeledig. Enerzijds draagt de studie bij aan de ontwikkeling van een systeem om scheurvorming in stalen constructies te monitoren met behulp van magnetische technieken, de CrackGuard.

Anderzijds is het werk noodzakelijk voor de ontwikkeling van zogenaamde closed-loop degaussing voor oppervlakteschepen. Het is een uitdrukkelijke wens van onze Defensie Materieel Organisatie, DMO, over een dergelijk systeem te beschikken. Dit systeem minimaliseert namelijk de magnetische signatuur van deze schepen gedurende een langere periode. Dat is van belang om magnetische detectie van marineschepen door bijvoorbeeld zeemijnen te voorkomen. Zo is duidelijk dat dit werk grote militair-operationele relevantie heeft; zeker in het kader van de nieuw te bouwen fregatten.”

Conventioneel versus closed-loop

Het conventionele degaussing-systeem houdt geen rekening met niet-lineaire effecten die in het staal optreden zoals magnetische relaxatie en ferromagnetische hysterese. Hiermee negeert het systeem dus de veranderende magnetische signatuur en zal na verloop van tijd niet meer in staat zijn deze signatuur te reduceren. Het closed-loop systeem neemt deze niet-lineaire effecten wél mee. Dit is echter alleen mogelijk wanneer het niet-lineaire magnetisch gedrag van staal zodanig is te karakteriseren, dat het is mee te nemen in het rekenmodel. En juist aan dit karakteriseren heeft Olivier Baas een belangrijke bijdrage geleverd.

“De effecten van staal zijn slecht gedocumenteerd”, weet Olivier Baas. “Ik heb dus zelf experimenten gedaan; zowel experimentele als numeriek experimenten (FEM) aan ferromagnetisch staal om een betrouwbaar model te kunnen maken. Daar ben ik voor een belangrijk deel in geslaagd en uiteindelijk afgestudeerd met een 10, Cum Laude.”

Vereerd met de Kooy Prijs

Het winnen van de Kooy Prijs was voor Olivier Baas nog eens een extra bekroning. “In eerste instantie had ik er geen idee van dat mijn begeleider bij TNO het rapport had aangemeld. Dat hoorde ik pas toen bekend was geworden dat ik hem gewonnen had. En eerlijk is eerlijk: Ik ben oprecht vereerd.”

Helaas kon Olivier de prijs zelf niet in ontvangst nemen tijdens het Kooy Symposium in Stroe, omdat hij op dat moment in het Verre Oosten zat. In een filmpje dat tijdens het symposium werd getoond, gaf hij aan dat zijn afwezigheid te maken het met de ontwikkeling van een sensor waarmee scheurvorming in staalconstructies is te monitoren. Deze ontwikkeling is mede gebaseerd op zijn eigen onderzoeksresultaten. De prijs is in zijn plaats in ontvangst genomen door zijn begeleiders Prof.dr.ir. M.L. Kaminski (TU Delft), dr.ir. E.S.A.M. Lepelaars (TNO) en ir. A.R.P.J. Vijn (TU Delft).

De jury bestond uit de heren Dr. L. Koene (Bestuur KIVI-DV en juryvoorzitter, NLDA), Ing. L.F. Galle (Ministerie van Defensie, Directie Materieel), Prof.dr.ir. P.H.A.J.M. van Gelder (TU Delft), Prof. dr. ir. F.E. van Vliet (TNO, Universiteit Twente) en Prof. dr. ir. P.J. Oonincx (NLDA).

Achtergrond Kooy Prijs

Prof. ir. dr. Johan M. J. Kooy leefde van 1902 tot 1983. Prof. Kooy heeft als elektrotechnisch ingenieur (Delft 1927) en wis- en natuurkundige (Leiden 1936) generaties officieren onderricht in de grondslagen en de technieken van wat hij zelf noemde Ballistics of the Future.

In de jaren dat hij als lector en later hoogleraar aan de Koninklijke Militaire Academie een groot aantal ‘ingenieursvakken’ doceerde wist hij veel cadetten van de technische wapens- en dienstvakken met zijn colleges te boeien. Daarbij werden oorspronkelijke ideeën over voortstuwing, controle en besturing en constructie van raketten en satellieten door hem niet geschuwd.

Aan de toenmalige afdeling Vliegtuigbouwkunde van de Technische Hogeschool Delft verzorgde hij over die onderwerpen vele jaren colleges, die ook door studenten van andere afdelingen werden gevolgd.

In een indrukwekkende reeks van publicaties en voordrachten slaagde hij er in bij velen in de samenleving belangstelling te wekken voor de civiele en militaire ruimtevaart. Prof. Kooy genoot internationale bekendheid, was lid van verschillende wetenschappelijke organisaties en werd voor zijn werk geëerd met nationale en internationale onderscheidingen.

Om in zijn titulatuur de “ingenieur” voor de “doctor” te plaatsen is in tegenspraak met de conventies. De gebruikte volgorde is de persoonlijke keuze van Prof Kooy naar verluidt omdat hij voor de ingenieurstitel vijf jaren hard had moeten werken en voor de doctorstitel maar één boek had hoeven schrijven....

De Afdeling Defensie & Veiligheid van het Koninklijk Instituut voor Ingenieurs heeft in 1984 het Prof. Ir. Dr. J.M.J. Kooy-fonds ingesteld. Het fonds heeft tot doel de bevordering van de wetenschap en de technologie in Nederland, aansluitend op of voortvloeiend uit op defensie gerichte functies en taken. Het fonds steunt het doel door prijzen (1000 Euro) uit te loven voor afstudeerwerk van bijzondere kwaliteit.

Voordrachten

Voordrachten voor de prijs kunnen ieder jaar tot 31 december worden ingediend bij het bestuur van de KIVI afdeling Defensie en Veiligheid via de website www.kivi.nl/dv