web stats

Prof. Johan Kooy-fonds

KIVI DV beheert een fonds dat is vernoemd naar de hoogleraar rakettentechniek Prof.ir.dr..*) J.M.J. Kooy in de jaren vijftig en zestig aan de Koninklijke Militaire Academie en met een leeropdracht in Delft. De doelstelling van het fonds is ‘De bevordering van de wetenschap en technologie in Nederland aansluitend op, of voortvloeiend uit op defensie gerichte functies en taken’. Deze doelstelling wordt geconcretiseerd door onder meer het verlenen van subsidies aan studies en symposia, prijzen voor afstudeerwerk en het onderhouden van contacten met vergelijkbare organisaties in andere landen.

Vanaf de oprichting tot 2021 heeft het fonds een zelfstandig bestuur gehad onder auspiciën van het bestuur van de afdeling Defensie en Veiligheid. Op 2 juni 2021 is het reglement aangepast en is het fonds direct onder beheer van het afdelingsbestuur gesteld. De doelstellingen en het karakter van het fonds zijn daarmee niet gewijzigd. Het actuele Kooy Fonds reglement vindt u via deze link.

Het Kooy Fonds kent drie jaarlijkse activiteiten (volg de links voor meer informatie):

Van 2007 tot en met 2010 heeft het Fonds ook een prijs toegekend voor het beste idee met de meest innovatieve en bruikbare uitwerking van het Defensie Innovation Game.

Prof. Ir. Dr.*) J. M. J. (Johan) Kooy (1902-1983)

Prof. Kooy heeft als elektrotechnisch ingenieur (THD 1927) en wis- en natuurkundige (Leiden 1936) generaties officieren onderricht in de grondslagen en de technieken van wat hij zelf noemde Ballistics of the Future.

Het boek met die titel, dat hij samen met zijn collega prof. dr. ir. J.W.H. Uytenbogaart schreef en dat al in 1946 verscheen, was het eerste naoorlogse boek over de twee bekendste vergeldingswapens V1 en V2. Het boek getuigt van een diepgaande wiskundige en natuurkundige kennis, die als basis diende voor de gedetailleerde ontwerptechnische behandeling van deze wapens.

In de jaren dat hij als lector en later hoogleraar aan de Koninklijke Militaire Academie een groot aantal ‘ingenieursvakken’ doceerde, wist hij veel cadetten van de technische wapens- en dienstvakken met zijn colleges te boeien. Daarbij werden oorspronkelijke ideeën over voortstuwing, controle en besturing en constructie van raketten en satellieten door hem niet geschuwd. Aan de toenmalige afdeling Vliegtuigbouwkunde van de Technische Hogeschool Delft verzorgde hij over die onderwerpen vele jaren colleges die ook door studenten van andere afdelingen werden gevolgd.

In een reeks van publicaties en voordrachten – onder andere voor KIVI - slaagde hij er in bij velen in de samenleving belangstelling te wekken voor de civiele en militaire ruimtevaart.

Prof. Kooy genoot internationale bekendheid, was lid van verschillende wetenschappelijke organisaties en werd voor zijn werk geëerd met nationale en internationale onderscheidingen.

Onze afdeling beheert een klein archief ter nagedachtenis aan Prof. Kooy. Een zeer belangrijke hoogleraar voor de Nederlandse en internationale ballistiek en ruimtevaart, die onder meer in één adem wordt genoemd met Einstein en Oppenheimer. Hij was onder meer ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw en kreeg gelijktijdig met Yuri Gagarin en John Glenn de Médaille d'Astronautique de L'AREA année Astronautique Française uitgereikt.

Het ontstaan van het Prof. Ir. Dr. J.M.J. Kooyfonds.

Het eerste International Symposium on Ballistics werd gehouden in 1974 in Orlando FL (USA). Na enkele jaren is besloten de symposia om de 18 maanden te houden, afwisselend in de USA en in Europa. Tijdens het 6e Symposium in Orlando FL (USA) in oktober 1981 is Hans Pasman gevraagd of het volgende symposium in Nederland gehouden kon worden. Hij heeft beloofd dat te onderzoeken. 
 
Het bestuur van de afdeling Defensietechnologie (DT) van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) besloot mee te werken aan de organisatie van dat Symposium in Nederland. Er werd een commissie ingesteld bestaande uit o.a. de heren Hans Pasman, directie TNO-PML, Fons Stomp, hoofd Commissie van Proefneming, Mark Scheffelaar, hoogleraar aan de KMA, en Paul Scharp, toen hoofd afdeling Munitie van de Dienst Materieel KL. Daarnaast waren er buitenlandse leden, te weten o.a. Dr. Bob Eichelberger, directeur van het U.S. Army Ballistic Research Lab, Mr. Dick Dowd, van  Martin Marietta (USA), Mr. Neil Griffith, hoofd ontwikkeling van Royal Armaments Research & Development Establishment, RARDE (UK) en Dr Gustaf-Adolf Schröder, leider van de ballistische afdeling van het Ernst Mach Institut (DE).
 
Het 7th International Ballistic Symposium werd in april 1983 gehouden in het Congrescentrum in Den Haag. Het was een groot succes, mede dankzij de grote inzet van het congresbureau van het KIVI. Financieel was het resultaat ook goed. Achteraf kreeg de organisatie van de Gemeente Den Haag nog een subsidie van 100.000 gulden voor het gebruik van het Congrescentrum voor een internationaal symposium. 
 
Het bestuur van DT heeft zich toen beraden wat te doen met het positieve saldo en besloot een fonds op te richten ter bevordering van de ontwikkeling van de ballistiek in Nederland. Later zijn de doelstellingen uitgebreid. 
 
Het fonds werd genoemd naar Prof Kooy, die in 1983 was overleden. Zijn weduwe werd om toestemming gevraagd het fonds naar hem te vernoemen.
Later zijn er stevige discussies geweest tussen het bestuur van de Afd DT, dat het fonds in een stichting wilde onderbrengen, en het bestuur van het KIVI, dat het fonds in het vermogen van het KIvI wilde opnemen. Uiteindelijk is het een apart geregistreerd vermogen geworden, maar wel onder de verantwoordelijkheid van (nu) KIVI als rechtspersoon. 
 
Sinds 1983 wordt het Fonds gebruikt voor de organisatie van symposia en afstudeerprijzen. 
 
Ook heeft het Fonds een promovendus (deels) ondersteund bij zijn onderzoek op het gebied van keramisch pantser, wat toen helemaal nieuw was. Met behulp van dit onderzoek en met de sterke garens, ontwikkeld bij AKZO (Twaron) en DSM (PE), heeft Ten Cate zich kunnen ontwikkelen tot een wereldspeler op het gebied van kogelwerende vesten en beschermende kleding.

*)  De volgorde van de titels van Prof. Kooy roept vaak vragen op, omdat voor gepromoveerde hoogleraren gewoonlijk de volgorde Prof. Dr. Ir. wordt gehanteerd. Prof. Kooy gebruikte zelf echter altijd de volgorde Prof. Ir. Dr. omdat hij de ingenieurstitel belangrijker vond dan zijn doctorstitel.
Hij zei: "Voor mijn ingenieurstitel heb ik jaren moeten studeren, maar voor de doctorstitel was één boekje schrijven voldoende".