Sport technologie in de (Duur)sport

Meten is weten is een bekend credo, ook steeds meer in de sport. Niet alleen topsport, maar ook voor de recreatieve sporter zijn er allerhande technologiën beschikbaar om te meten aan de prestatie. Maar welke technologiën meten nu wat? En wat zegt dat dan over de prestatie? En hoe werken die technologiën? Sportarts en sport technologie specialist Guido Vroemen vertelde er over in zijn lezing voor KIVI Sports Engineering en Young KIVI Engineers op 13 mei.

Als sportarts is Guido verbonden aan Team4Talent, de Nederlandse Triatlonbond (NTB) en de Pro-continental wielerploeg Roompot Orange Cycling Team. Bij zijn training en coaching werkt hij voornamelijk met wielrenners en triatleten, die trainen met vermogensmeters en hartslagmeters. Hij werkt al jaren met Trainingpeaks als online platform voor data-analyse en training/logboek en is tevens ook Trainingpeaks Ambassador in Nederland. Hij heeft in de afgelopen 8 jaren veel ervaring opgebouwd in trainen met vermogensmeters en ook diverse clinics georganiseerd over training met vermogensmeters.

Maar trainen met vermogensmeters en andere sport (meet)technologie wordt pas interessant als je ook een begrip hebt van wat het nu zegt om een bepaald vermogen te leveren. Guido start dan ook met het uitleggen van de energiesystemen en hoeveel vermogen mensen kunnen leveren. En belangrijker nog; het is uiteraard van belang te begrijpen hoe met training het geleverde vermogen vergroot kan worden. In het kort legt Guido het een en ander uit over verschillende trainingszones waarin atleten hun trainingen indelen. De trainingszones worden gedefinieerd als een zone waarin een bepaald energiesysteem van het menselijk lichaam hoofdzakelijk wordt aangesproken. Door trainingen afwisselend in bepaalde trainingszones uit te voeren, wordt het menselijk lichaam getraind voor bepaald soort belastingen. En met zowel hartslagmeters als vermogensmeters is goed te meten in welke zone je als atleet aan het trainen bent.

Na de energiesystemen, grenzen en eigenschappen te hebben uitgelegd, gaat Guido dieper in op de meet technologie. Welke vermogensmeters bestaan er in het fietsen en hoe werken ze? Wat wordt er nu daadwerkelijk gemeten? Te beginnen met vermogensmeters op de fiets. Welke vrijwel zonder uitzondering werken met rekstroken verwerkt in de crank of trapas. Door de rek in de crank te meten, kan de kracht die de atleet uitoefent nauwkeurig bepaald worden en in combinatie met de rotatiesnelheid van de crank, levert dit het geleverde vermogen op. Vervolgens gaat Guido verder in op wat het meten van vermogen dan anders maakt als het meten van hartslag in het bepalen van trainingszones. En ook wat er nog meer gemeten kan worden met een vermogensmeter op de fiets.

Naast vermogen meten op de fiets, zijn er ook andere sport technologiën, zoals de nieuwste technologie die het geleverde vermogen van hardlopers meet. Anders dan bij het fietsen, is de grondslag van het meten van vermogen bij hardlopen niet gebaseerd op het meten van directe afzetkracht, maar op het meten van bewegingen. Piezo-electrische sensoren meten versnellingen in 3D en een berekening bepaalt aan de hand hiervan hoeveel vermogen er geleverd moet zijn. Daarmee is deze technologie eigenlijk meer een nauwkeurige methode om de hardloop economie te bepalen dan een meter van het absoluut geleverde vermogen. Of anderrs gezegd; de vermogensmeter geeft aan hoeveel vermogen er wordt gebruikt voor het behalen van een bepaalde snelheid. Hier is het dus feitelijk zaak het vermogen niet te optimaliseren, maar om te zorgen dat er zo min mogelijk vermogen gebruikt wordt voor een bepaalde snelheid.

De laatste technologie waar Guido over vertelt, zijn de meters die kunnen 'zien' hoeveel zuurstof zich er op een bepaald moment in het bloed bevind. Deze apparaatjes kunnen door middel van een optische technologie in de bloedbanen aan de oppervlak van de huid kijken en vaststellen hoe de balans van Hb (Hemoglobine) en daarmee zuurstof, in het bloed is.

Ondanks dat al deze technologie steeds meer inzicht verschaft in de prestatie, wil dat niet zeggen dat het trainen makkelijker wordt. In tegendeel, om de gemeten gegevens goed te interpreteren en om te zetten in de juiste maatregelen, moeten de waarden goed gemonitord en geïnterpreteerd worden! Coachen van atleten is daarmee eerder een breder dan smaller geworden; niet alleen moet een coach goed kunnen afstemmen met de atleet, de coach moet ook gedetailleerde data analyses kunnen uitvoeren en meetgegevens kunnen interpreteren. En wie zodoende zelf met vermogensmeters wil gaan trainen; dat heeft vooral zin als je na elke training ook even tijd neemt om de data te bekijken om er zo voor de volgende training van te kunnen leren en de traning beter te kunnen afstemmen op wat het doel is.

Voor meer gedetailleerde informatie, zie ook onderstaande presentatie van Guido Vroemen. Of neem contact op met Guido via http://www.smamiddennederland.nl/

 

Programma

 -  uur Ontvangst
 -  uur Lezing door Guido Vroemen
 -  uur YKE 2nd Friday borrel