Kooy Symposium: Extreme Omstandigheden

Mensen, middelen en more

 

In oefeningen maar vooral wanneer het ‘echt’ wordt, opereren militairen eigenlijk altijd onder extreme omstandigheden. Koude of zeer warme en vochtige omgevingen, de afwezigheid van licht of communicatie, fysieke belasting… Hoe houdt een militair maximaal stand in deze omstandigheden en welke technische oplossingen bieden ondersteuning? Het jaarlijkse Kooy Symposium dat op 10 april in Stroe plaatsvond gaf een overzicht van bestaande mogelijkheden en liet sprekers filosoferen over behoeften en toekomstige ontwikkelingen. Ook lieten zij vele voorbeelden uit diverse sectoren van de maatschappij zien. Ruim 300 bezoekers waren getuige.

 

Het Kooy Symposium verbindt techniek, bedrijfsleven en defensie via een actueel thema dat vanuit de verschillende doelgroepen wordt belicht. Enerzijds om de huidige stand van zaken weer te geven, anderzijds om het nut en de noodzaak vast te stellen ten aanzien van benodigde technische ontwikkelingen voor defensie.

 

Setting the scene

De relevantie van aandacht voor ‘Extreme omstandigheden’ werd traditioneel uit de doeken gedaan in het eerste blok ‘Setting the Scene’. Het spits werd hierbij afgebeten door majoor Erik Wegewijs en inspanningsfysioloog Gerard Rietjens van het Commandant Korps Commandotroepen. Hun realistisch gepresenteerde verhaal vertelde over de maximaal extreme omstandigheden waaronder zijn mannen tijdens een missie moeten opereren. Het bereiken van onbekend, ruw en gevaarlijk terrein middels een nachtelijke parachutesprong. Het te voet afleggen van relatief grote afstanden met zware bepakking. Dit onder omstandigheden die verder worden gekenmerkt door temperaturen die overdag oplopen en in de nacht flink kunnen dalen. Daarbij de voortdurende dreiging van een mogelijke vijand in de buurt.

 

Een deel van de ontberingen doorstaan de militairen op basis van wilskracht en gebaseerd op de kernwaarden moed, beleid, trouw, eer en trots. Maar die zijn niet voldoende. Beschermende lichtgewicht kleding, compact voedsel, geavanceerde communicatieapparatuur, mogelijkheden om uit ‘niets’ drinkwater te maken… Beide mannen daagden de zaal uit om mee te denken over oplossingen om de weerstand van de militairen in deze omstandigheden te maximaliseren.

 

Van droog en koud

Dat dit de komende tijd alleen maar belangrijker wordt, benadrukte drs. Monika Sie Dhian Ho in de volgende lezing. Als directeur van Clingendael definieerde zij twee potentiële conflict- en missiegebieden waarmee ook onze Krijgsmacht in de toekomst te maken kan krijgen. Ten eerste het Midden-Oosten en Noord-Afrika waar vooral klimaatverandering leidt tot droogte en verwoesting en hiermee de kans op conflicten vergroot. Een tweede aandachtsgebied betreft de Noordpool. Wanneer hier de ijskappen smelten verandert het onherbergzame gebied in een economisch aantrekkelijke regio voor olie- en gaswinning en biedt ruimte voor nieuwe scheepvaartroutes. Dit kan leiden tot spanningen tussen de Arctische landen wanneer het poolgebied verwordt tot jachtobject van grootmachten.

 

Pieter Swart deelde, als medewerker van Shell, in het sluitstuk van blok 1 zijn ervaringen met het publiek over de omstandigheden waarin gewerkt werd binnen het project Sakhalin II. Eén van ’s werelds grootste geïntegreerde en export georiënteerde olie- en gasprojecten. Extremiteiten zijn vooral de zeer lage temperaturen, de plotseling sterk wisselende weersomstandigheden en aardbevingen. Hij benadrukte dat naast alle technologie ook vindingrijkheid, doorzettingsvermogen en visie met betrekking tot veiligheid, transport, weersomstandigheden, logistiek, communicatie en reddingswerk van belang zijn.

 

Beleid & Visie

In het tweede blok ‘Beleid & visie’ kwamen zowel het bedrijfsleven als defensie aan het woord. Ing. Sven Krijgsman vertelde over de vele ‘leermomentjes’ waar je binnen een bedrijf als Mammoet mee te maken krijgt wanneer zwaar hijs- en transportwerk moet worden uitgevoerd. Omdat het equipment vaak snel moet worden verplaatst van de ene naar de andere locatie voor een volgende opdracht, krijgen medewerkers te maken met onder andere hydrauliekolie waarvan de verschijningsvorm varieert bij verschillende temperaturen (in termen van volume en viscositeit). Ook langdurige opslag eist zijn tol terwijl de interactie tussen mens en machine eveneens een factor is om rekening mee te houden.

 

Majmarns Roelof Docter van het Joint Kennis Centrum Militair Optreden onder Extreme Omstandigheden (JKCMOX) ging in op de missie van deze organisatie: Het ondersteunen van operationele eenheden bij het, zo veilig mogelijk, uitvoeren van de primaire taak door het leveren van kennis op de gebieden van Mountain, Jungle en Arctic. Wat hebben militairen nodig om te leven en te overleven, zich te verplaatsen in meters sneeuw of modder en om te vechten? Hiervoor ontwikkelt het JKCMOX onder andere veiligheidsvoorschriften voor de drie typen gebieden, stelt handboeken en doctrines op en voert wetenschappelijk onderzoek uit. Daarbij voortdurende ‘dealend’ met uitdagingen op het vlak van verbindingen, energievoorzieningen en hightech versus lowtech.

 

Lkol M.Sc. sPTO Ted Meeuwsen vertelde gepassioneerd over de omstandigheden waaronder luchtmachtpiloten moeten presteren. Omstandigheden die kunnen leiden tot een tekort aan zuurstof (hypoxie) en desoriëntatie en waarbij de piloot onder de hoge G-krachten toch in staat moet zijn grote hoeveelheden informatie te verwerken. Ook ’s nachts. Ondersteunende techniek bestaat uit geavanceerder simulatoren, menscentrifuges, hypobare kamers, Reduced Oxygen Breathing Devices, desoriëntatie demonstratoren en nieuwe ontwikkelingen zoals Virtual en Augmented Reality. Daarbij is het belangrijk snel te kunnen blijven innoveren om de snelle technologische ontwikkelingen te kunnen bijhouden met de wetenschap dat de mens – met al zijn competenties en beperkingen – centraal blijft staan.

 

Een bijdrage vanuit de wetenschap leverde aan het eind van blok 2 professor Hein Daanen, hoogleraar Gedrags- en Bewegingswetenschappen aan de VU. Hij bewees in zijn voordracht dat mensen veel beter in staat om zich aan te passen aan warme omstandigheden dan aan kou.

 

Excellente technologieën

Het afsluitende derde blok ‘excellente technologieën’ omvat korte pitches van technische oplossingen waaraan nog wordt gewerkt of die al beschikbaar zijn. Eventueel voor defensie, maar vaker nog voor de buitenwereld waarmee het symposium een belangrijke plaats is voor kruisbestuiving tussen beide partijen.

 

Drs. Koen Bakker startte vanuit zijn functie bij het Kenniscentrum Wapensystemen en Munitie met alle middelen die worden gebruikt om munitie te testen en te valideren. Welke invloed hebben extreme omstandigheden – temperatuur, vochtigheid, mechanische belasting tijdens transport – op het functioneren, de levensduur en betrouwbaarheid van munitie? Voorbeelden als een rookbuslanceerinrichting ‘in de kou’, ‘remote controlled weapon station’ bij warmte en een AT-raket op een ringaffuit tijdens een triltest passeerden onder meer de revue.

 

LTZ1 Sander Kool, expert duiken en explosieven opruiming bij de Koninklijke Marine, blikte met zijn presentatie ‘Back tot the future – van Uhlenbeck tot autonomie onder water’ in de toekomst. Hierin zullen autonome systemen, plaatsbepaling onderwater en augmented reality een hoofdrol gaan spelen.

 

Bedrijfsleven

Het bedrijfsleven werd vertegenwoordigd door onder andere Photonis Technologies met helderheidsversterkers die het mogelijk maken om in slechte lichtomstandigheden toch optimaal de omgeving waar te nemen. Chemshield presenteerde met Solaflon een fluorpolymeer die bescherming biedt tegen chemicaliën, zuren en UV. In tegenstelling tot andere fluorpolymeren gaat het hier niet om poeder dat middels complexe processen moet worden aangebracht, maar om een doorzichtige coating die met roller of kwast is aan te brengen op uiteenlopende materialen. Tijdens het symposium zijn contacten gelegd tussen dit bedrijf en een partner die hiermee mogelijk aan de slag gaat als coating op beschermende kleding.

 

Als medeorganisator presenteerde TNO een testfaciliteit voor het testen van beschermingsmiddelen in het kader van CBRN. Verder was het onderzoeksinstituut op de tentoonstelling vertegenwoordigd met een stand waarop 3D geprinte metalen onderdelen waren te zien.

 

Rob Luijnenburg sprak vanuit Fugro op aansprekende wijze over de zoektocht naar vlucht Malaysian Airlines MH 370. Na analyse van alle bekende gegevens is gestart met zoeken in een zoekgebied van ruim 120.000 km2 waarover nauwelijks informatie beschikbaar was. Tijdens de zoektocht naar het wrak hadden medewerkers te maken met grote waterdieptes, een zeer ruige zeebodem topografie, geen enkele beschutting voor stormen en orkanen en extreem hoge golven. Om de veiligheid van de mensen te waarborgen werden de extreme omstandigheden benadering in een driestappenplan: gereedschap, werkprocedures en gedrag en aandacht. Voor het daadwerkelijk zoeken is gebruik gemaakt van vier technieken / technische producten met een respectievelijk aflopend bereik en oplopende nauwkeurigheid: 1. Deepwater Multi Beam Sonar, 2. Deep Tow, 3. Autonomous Underwater Vehicle en 4. Remote Operated Vehicle.

 

Als je partner zou weten wat jij denkt – of andersom

De afsluiting van het symposium lag in handen van prof. dr. Peter Werkhoven, inmiddels corporate science director TNO - Human enhancement. Hij nam de deelnemers mee in de ontwikkeling van robotica, (autonome) kunstmatige intelligentie en in de manier waarop onze hersenen in de toekomst kunnen worden gelezen, geschreven en uiteindelijk direct verbonden met elkaar. Geen science fiction meer, maar op labschaal bewezen technieken. Hiermee sprak Werkhoven zeker de (humoristische) verbeelding van de bezoeker aan maar tevens het gevoel van zorg over mogelijke toepassingen door lieden met minder goede bedoelingen.

Kooy Prijs 2019

De Kooy Prijs 2019 is uitgereikt aan Olivier Baas die in tijdens zijn afstudeerproject aan de TU Delft (faculteit 3ME, Master Offshore Engineering) onderzoek deed naar het niet-lineaire magnetisch gedrag van ferromagnetisch scheepsstaal. Zijn fundamentele onderzoek, gestaafd met experimenten, had een tweeledig doel. 1. Bijdragen aan de ontwikkeling van een systeem om scheurvorming in stalen constructies te monitoren met behulp van magnetische technieken, de CrackGuard. 2, Bijdragen aan de ontwikkeling van zogenaamde closed-loop degaussing voor oppervlakteschepen waarmee de magnetische signatuur van deze schepen gedurende een langere periode is te minimaliseren. Van belang om magnetische detectie van marineschepen door bijvoorbeeld zeemijnen te voorkomen en relevant in het kader van de nieuw te bouwen fregatten.

 

 

Programma

 -  uur Kooy symposium 2019