De werkgroep “Politiek en DV techniek” analyseert actuele politieke ontwikkelingen in de defensiesector. Zij levert onafhankelijke feiten en duiding vanuit de technologische kennis en ervaring van ingenieurs.

De werkgroep Politiek en Defensietechniek van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) heeft onderstaande vragen en aanbevelingen over de uitvoering van het regeerakkoord. Deze zijn opgesteld op basis van openbaar beschikbare stukken en kennis en ervaring op het gebied van defensietechnologie. De opmerkingen en vragen betreffen uitsluitend technologische of daarmee verband houdende aspecten.

Pag.38 - Beleidslijnen van buitenlandse zaken
De zo belangrijke samenhang tussen buitenlandbeleid en Defensie komt niet tot uiting in het coalitieakkoord. De crisis rond Oekraïne laat weer zien hoe noodzakelijk dat is.
Aanbeveling:

  • Toevoegen 6e beleidslijn voor buitenlandbeleid: Bewaren van de internationale vrede en veiligheid. Daarbij zorgdragen voor voldoende beschikbaarheid en inzetbaarheid van Defensie.

Pag.38 - Defensiebudget
De intensivering van de bestedingen aan Defensie is zonder meer positief te noemen. Het is echter niet zeker of het op orde brengen van de basis en de arbeidsvoorwaarden niet zoveel tijd en geld zal vergen dat de noodzakelijke investeringen in nieuw modern materieel snel genoeg gerealiseerd kunnen worden.
Aanbeveling:    

  • De motie Belhaj van 30 okt 2019 is wellicht toch relevant. Met kennis van de financiële sector kan worden ingezet op betalen van grote investeringen tijdens gebruik in plaats van deze vooruit te betalen. Diverse pensioenfondsen en verzekeraars hebben belangstelling.

Pag.39 - Actieve rol in Europese ontwikkeling van defensiecapaciteiten
Bij inzet op versterking van activiteiten in Europees verband is het van belang om parallel aan nieuwe Europese regelgeving en stimuleringsprogramma’s de defensiesector in eigen land daar goed op te laten aansluiten. Indien nodig door regelgeving en stimulering. Bijvoorbeeld investeren in nationale bijdragen voor EDF projecten of private investeringen in die projecten mogelijk maken. Met behoud van een of enkele zelfscheppende deelsectoren kan ons land in Europees verband een passende bijdrage leveren.
Vragen:

  • Hoe wordt effectieve betrokkenheid van de Nederlandse kennissector en industrie bij Europese samenwerking op defensiegebied gerealiseerd?
  • Op welke manieren gaat Defensie om met de eis van nationale bijdragen voor projecten van het Europese Defensie Fonds (EDF) waar grote en kleine Nederlandse bedrijven aan kunnen deelnemen.

Pag.39 - Vitale defensiesector in Nederland
Het zou voor deze gewenste vitaliteit teleurstellend zijn als de Nederlandse defensiesector alleen toeleverancier van onderdelen aan buitenlandse bedrijven zou worden, zoals o.a. aangegeven in het DMP-B voor de vervanging onderzeeboten. Dat past niet in het beleidsvoornemen van het nieuwe kabinet om de maakindustrie te stimuleren.
Drie aspecten zijn van groot belang voor een vitale defensiesector: (1) Een sterke kennispositie op het gebied van complexe en innovatieve wapensystemen bij de kennisinstituten, (2) Een krachtige organisatie binnen Defensie om projecten te beheren en de industrie aan te sturen, (3) de bedrijven moeten complete verkoopbare systemen ontwikkelen en produceren en niet slechts onderdelen.
Als van bedrijven eigen inzet en betrokkenheid wordt verwacht is daarnaast een grote mate van markt zekerheid van belang. 
Vragen:

  • Welke delen van de defensiesector worden zodanig versterkt dat zij stabiel volwaardige systemen kunnen ontwikkelen en produceren?
  • In welke mate versterkt de nieuwe regering de Defensie Materieel Organisatie om effectief als ‘smart buyer’ en ‘smart integrator’ van wapensystemen te kunnen optreden?
  • Hoe gaat Defensie de bedrijven in de vitale defensiesector marktzekerheid en stabiliteit bieden, zodat zij zelf betrokken en pro-actief innovatief kunnen zijn?

Pag.39 - Gezamenlijk internationaal inkopen voor Defensie
Gezamenlijk inkopen vereist naast het verdelen van taken een mate van overdracht van bevoegdheden op basis van vertrouwen. Wellicht zelfs een beperking van de parlementaire controle, doordat andere landen geen of een anders gestructureerd DMP-proces kennen.
Vragen:

  • Is de Kamer bereid de parlementaire controle bij gezamenlijk inkopen anders in te richten dan in het huidige DMP-proces is vastgelegd ?
  • Is de regering voor gezamenlijk inkopen ook voornemens om aansluiting te zoeken bij OCCAR, een Europese organisatie die in 1998 speciaal voor dit doel is opgericht?

 

 

_____________________________
Den Haag, 24 januari 2022
Meer informatie over de werkgroep Politiek en Defensietechniek vindt u via deze link.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de werkgroep via E: politiektechniek@kividv.nl 
Wilt u de commentaren en adviezen van de werkgroep per email ontvangen?  Meld u aan via deze link.
Disclaimer: De gegeven feiten en meningen zijn gebaseerd op open bronnen en op de kennis en ervaring van werkgroep leden.
Als onderdeel van de beroepsvereniging KIVI is de werkgroep onafhankelijk van politieke partijen, overheden en bedrijven. 
Dit is geen officieel standpunt van KIVI. De vereniging aanvaardt geen aansprakelijkheid voor hetgeen door de werkgroep of haar leden naar voren is gebracht.

Foto: Tweede Kamer

 

web stats