De werkgroep Politiek & Techniek van de afdeling Defensie en Veiligheid heeft suggesties opgesteld voor de verkiezingsprogramma's voor de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023.

Op 22 november 2023 worden vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer gehouden. Onze werkgoep heeft op basis van de technologische kennis van haar leden en ervaring van ingenieurs suggesties opgesteld voor de Defensieparagraaf in de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen. Hoofdlijn is dat Defensie weer op orde moet worden gebracht: niet alleen om de krijgsmacht op orde te brengen, maar ook om de technologische ontwikkelingen en de nationale defensie industrie op gewenst niveau te krijgen. Dat is ook van belang voor een goede bescherming van onze nationale belangen.

1. Inhaalslag. De jarenlange verwaarlozing van Defensie maakt een inhaalslag noodzakelijk. Niet alleen om de krijgsmacht op orde te brengen, maar ook om de technologische ontwikkelingen en de nationale defensie industrie op gewenst niveau te krijgen. In Nederland gaat het om een inhaalslag m.b.t. het vastgoed zoals kazernes, innovatie en grote wapensystemen. De norm, dat ten minste 2% van het BBP aan defensie moet worden besteed, zou daarbij leidend moeten zijn. 

2. Open strategische autonomie in Europa op het terrein van veiligheid en defensie is van groeiend belang. Betere Europese samenwerking in de defensieindustrie is daarvoor noodzakelijk. Om een serieuze rol in de Europese en NAVO-defensie te spelen is het ook voor Nederland van belang om daaraan een sterke bijdrage te leveren. Bereid de Nederlands Defensieindustrie daarom voor op intensievere Europese samenwerking. Behoud bedrijven van vitaal belang voor Nederland en stimuleer innovatieve bedrijven die kunnen excelleren in Europa. Dit geldt met name voor de zelfscheppende marinebouw in Nederland.

3. Grote wapensystemen. De landmacht moet verder worden versterkt met gevechtstanks en raketten met een bereik tot 300 km, de luchtmacht met extra jachtvliegtuigen en drones, en de marine met extra fregatten en onderzeeboten. Voltooiing van de maritieme missile defence capaciteiten en bescherming van de Noordzee infrastructuur en andere hieronder genoemde bijzondere aandachtsgebieden moeten daarbij prioriteit krijgen.

4. Taakspecialisatie. Nederland hoeft echter niet alles zelf te doen. Taakspecialisatie en Europese samenwerking moeten centraal staan in de defensie van de toekomst. Dit impliceert afhankelijkheid van derden die tezamen complementair dienen te zijn. Daartoe dient het vertrouwen in Europese partners te worden versterkt. Om te beginnen moet de EU een concept ontwikkelen hoe de specialisatie over de landen wordt verdeeld, ook industrieel.
Om een gelijk speelveld te garanderen is daarbij een veel betere coördinatie van het wapenexportbeleid in de EU noodzakelijk. Het Nederlandse wapenexportbeleid dient naadloos aan te sluiten bij dat van de andere EU-lidstaten.

5. Financiering. Om ook andere belangrijke doelstellingen op het gebied van klimaat, onderwijs, zorg, etc. te kunnen waarmaken is het wenselijk om voor grote defensie-investeringen naast overheidsbudget ook andere financieringsvormen in te voeren, zoals in de rest van de economie al veelvuldig gebeurt. Pensioenfondsen en andere institutionele beleggers kunnen dan ook een bijdrage leveren aan onze veiligheid. De motie Valstar (2022) kan daarvoor de basis vormen.

6. Mens en technologie. Door het huidige en toekomstige tekort aan personeel is het van groot belang om door te gaan met het bouwen aan een innovatieve,  technisch hoogwaardige en vooral arbeidsextensieve krijgsmacht. Meer automatisering, kunstmatige intelligentie en autonome systemen kunnen daarbij helpen.

7. Bijzondere aandachtsgebieden. Een betere bescherming van dataverkeer, kritieke infrastructuur (o.a. in de Noordzee), cyberveiligheid zijn van groot belang voor de stabiliteit van Europa en de Nederlandse autonomie. Nederland moet streven naar een zeer goed beschermingsniveau op deze terreinen. Onder meer door de goed doordachte inzet van kunstmatige intelligentie en ruimtevaarttechnologie. Wetenschappelijk onderzoek en innovatie zijn daarbij van groot belang en moeten worden teruggebracht tot het normniveau van 2% van de Defensiebegroting.

8. Energietransitie. Deze grote transitie is ook van belang voor Defensie. Niet alle civiele technologieën zijn geschikt voor toepassing in de krijgsmacht. Gericht onderzoek en ontwikkeling voor specifieke Defensie-toepassingen is noodzakelijk. Gezien de levensduur van grote wapensystemen is een modulaire en flexibele benadering van bestaande en toekomstige energiedragers en bijbehorende systemen gewenst.

 

_____________________________
Den Haag, 28 juli 2023
Meer informatie over de werkgroep Politiek en Defensietechniek vindt u via deze link.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de werkgroep via E: dv@kivi.nl 
Wilt u de commentaren en adviezen van de werkgroep per email ontvangen?  Meld u aan via deze link.

Ben je ingenieur en wil je meewerken aan onze adviezen aan de Tweede Kamer? Neem contact op via dv@kivi.nl 
Disclaimer: De gegeven feiten en meningen zijn gebaseerd op open bronnen en op de kennis en ervaring van werkgroep leden.
Dit is geen officieel standpunt van KIVI. De vereniging aanvaardt geen aansprakelijkheid voor hetgeen door de werkgroep of haar leden naar voren is gebracht.

Foto:  Tweede Kamer