Geotechniek 2006, nr. 2

LET OP: Van de jaargangen tot 2007 zijn - op een paar uitzonderingen na -  alleen de abstracts beschikbaar. Vanaf 2007 is van ieder artikel ook een .pdf beschikbaar.

Werkgroep 4 TC 189

A. Bezuijen, Geotechniek/Geokunst 2006, nr. 2, p 65

Binnen de Europese normalisatiecommissie CEN/TC 189 behandelt Werkgroep 4 de normen die gaan over de hydraulische eigenschappen van geotextielen en afdichtingen van geokunststof (geomembranen). Als eerst activiteit heeft Werkgroep 4 de Europese testmethoden geharmoniseerd voor de hydraulische eigenschappen doorlatendheid, transmissiviteit, waterpenetratie en openingsgrootte. Om tot goede normen voor geombranen te komen, is nieuwe expertise in de werkgroep gewenst.

Met geokunststoffen gewapende grond als landhoofd voor viaduct in rijksweg D47, Tsjechië

B. Nijenhuis, P. Ječmen, Geotechniek/Geokunst 2006, nr. 2, p 62

Bij de aanleg van een nieuwe snelweg in Tsjechië is er een bijzondere landhoofdconstructie gebouwd. De betonnen oplegsloof is daarbij direct op een met geogrids gewapende grondconstructie geplaatst. Door de zeer sterk variabele ondergrond was een conventionele oplossing met heipalen zeer kostbaar of zelfs onmogelijk.

De "Pull-Out" test numeriek gesimuleerd

A. Bezuijen, J. Teunissen, Geotechniek/Geokunst 2006, nr. 2, p 60

Uit "Pull-Out" testen blijkt dat de schuifsterkte tussen grond en geotextiel afneemt als de lengte van het geotextiel waaraan getrokken wordt toeneemt. Om dit te onderzoeken, is de "Pull-Out" test numeriek gesimuleerd. Uit de berekeningen volgt dat bij een langer geotextiel de grond de kracht vanuit het geotextiel niet kan overbrengen op de wanden van de testopstelling. Deze conclusie is niet alleen van belang voor de "Pull-Out" test. Wanneer de wrijvingseigenschappen van geotextiel in grond worden gebruikt, is het van belang of de grond deze wrijvingskrachten wel naar de omgeving kan overdragen.

Europese uitvoeringsnormen aan de praktijk getoetst: hoe ver staan wij?

M. Bottiau, F. de Cock, Geotechniek 2006, nr. 2, p 52

De Europese uitvoeringsnormen die sinds 1999 zijn geïntroduceerd geven een technisch-administratief kader aan de uitvoering van diepfunderingswerken. Toch valt op dat vanuit aannemersperspectief weinig referentie wordt gemaakt naar deze normen. Wij willen een iets nadere kijk geven aan deze richtlijnen voor de drie normen met betrekking tot palen: boorpalen, grondverdringende palen en micropalen. Dit artikel bevat een samenvatting van de inhoud, geklasseerd per hoofdstuk van de norm, om een betere vergelijking mogelijk te maken.

Het effect van grondwaterstijging op funderingen op staal

J.L. Bijnagte, A.F. van Tol, R. Elprama, Geotechniek 2006, nr. 2, p 44

Naast het ontstaan van zakkingen en daardoor schade ten gevolge van peilverlaging kan er in beginsel ook schade ontstaan door peilverhoging. Naar aanleiding van een eerder artikel van Verruijt in dit blad is door de Commissie Bodemdaling door Aardgaswinning een onderzoek gestart om antwoord te krijgen op de vraag in hoeverre schade kan optreden door peilverhoging. Het onderzoek heeft bestaan uit drie onderdelen: een literatuurstudie, een uitgebreide studie met NEN 6744 en Plaxis analyses, en tot slot een uitwerking voor een praktijkgeval. De eindconclusie is dat peilverhoging nagenoeg nooit de oorzaak zal zijn van schade. Voor twijfelgevallen is een beoordelingsprocedure opgesteld.

Nieuwe ontwikkelingen in paalsystemen

E. Smienk, Geotechniek 2006, nr. 2, p 37

In het kader van de actualisatie van het SBR Handboek Funderingen is een marktonderzoek uitgevoerd naar de in Nederland beschikbare funderingssystemen. In totaal zijn meer dan 100 verschillende paalsystemen geïdentificeerd, waaronder een flink aantal nieuwe. Het accent van de innovaties ligt enerzijds op de beperking van trillings- en geluidsoverlast en anderzijds op de verruiming van de toepassingsmogelijkheden voor renovatiewerken en funderingsverbetering. Een twintigtal nieuwe systemen wordt besproken en in de context van bestaande systemen geplaatst. Om tot verantwoorde paalfactoren te komen, wordt een harmonisatie van proefbelastingen aanbevolen in het kader van het lopende onderzoeksproject van Delft Cluster ‘Perspectief voor fundering en bouwput’.

Innovatief verbreden en ophogen van rijkswegen: Reconstructie A15-Oost

A. Verweij, W.A. Nohl, D. Knijff, Geotechniek 2006, nr. 2, p 32

Bij de reconstructie van de A15-Oost tussen Sliedrecht en Hardinxveld-Giessendam diende de rijksweg te worden verbreed en een aantal aansluitingen te worden gerenoveerd. Met succes zijn hier zettingsarme en zettingsvrije systemen als het AuGeo-systeem, de granulaatmatras-op-palen (GMOP), EPS (hardschuim) en onderheide zettingsvrije platen (ZVP) toegepast. In de beperkt beschikbare ruimte en tijd die voorhanden was, boden deze systemen een oplossing op maat, waar ophoging, (fundering van) geluidsschermen, wegmeubilair en afwateringssystemen ingenieus zijn geïntegreerd. Tijdens de uitvoering van de reconstructie heeft het verkeer steeds doorgang kunnen vinden.

Ontwerp van de sandwichwand onder Amsterdam Centraal Station

J.C.W.M. de Wit, P.J. Bogaards, O.S. Langhorst, B.J. Schat, R.D. Essler, J. Maertens, B.K.J. Obladen, C.F. Bosma, J.J. Sleuwaegen, H. Dekker, Geotechniek 2006, nr. 2, p 24

Als onderdeel van de bouw van het metrostation CS van de Noord/Zuidlijn moet onder het treinstation Amsterdam CS een bouwkuip worden aangelegd. Deze bouwkuip wordt geconstrueerd met een zogenaamde sandwichwand. Dit is een samengestelde wand bestaande uit twee rijen Tubex-palen met daartussen een lichaam van jetgroutkolommen. De wand fungeert als bouwkuipwand en heeft een constructieve functie, zowel in horizontale als in verticale richting. De specifieke omstandigheden van de beperkte werkhoogte en de kwetsbare historische bebouwing vereisen een bijzondere aanpak om aan de gestelde ontwerpeisen qua uitvoeringstolerantie, water- en gronddichtheid te voldoen. Op basis van een jetgroutproef ter plaatse is de uitvoering technisch-inhoudelijk en procesmatig geoptimaliseerd.