Geotechniek 2006, nr. 4

LET OP: Van de jaargangen tot 2007 zijn - op een paar uitzonderingen na -  alleen de abstracts beschikbaar. Vanaf 2007 is van ieder artikel ook een .pdf beschikbaar.

Aanleggen geluidswal aan de Hoge Ring in Almere

M. Broens, A. de Lange, A. van der Stoel, Geotechniek/GeoKunst, nr. 4, p 70

Op de kopse kanten van de geluidswal aan de Hoge Ring zijn twee zichtelementen opgenomen in de vorm van bastions. De ontwerpeis van de architect was dat deze bastions een ‘strak’ gezicht moesten blijven opleveren. Daarom waren slechts geringe verschilzettingen toelaatbaar. Diverse typen geogrids zijn verwerkt om dit te realiseren.

Geotextiel-ommantelde zandpalen als fundering voor Bastions in Houten (2)

C. Brok, A. Kleinjan, Geotechniek/GeoKunst, nr. 4, p 66

Op de Vinex-locatie in Houten zijn twee grondwallen gebouwd voor de landschappelijke inpassing. Deze twee bastions zijn gebouwd met toepassing van geotextiel-omhulde zandpalen en grondwapening. In deze tweede aflevering wordt het ontwerp van de geotextiel-ommantelde zandpalen en de uitvoering besproken.

Micropalen maximaal aantrekkelijk?! Toepasbaarheid en dimensionering van micropalen in Nederland

T.P.H. Piepers, J. Mangels, R. Winkel, A.E.C. van der Stoel, Geotechniek 2006, nr. 4, p 54

De micropaal is een slanke, in het werk gestorte funderingspaal die gekenmerkt wordt door één doorlopende wapeningsstaaf over de gehele lengte van de paal. Voordelen van de micropaal zijn de geringe benodigde werkhoogte, een grote mogelijke scheefstand en de trillingsvrije installatie. Uit proefbelastingen in Deventer, Den Haag en Kampen is gebleken dat de schachtwrijvingsfactor duidelijk hoger is dan de waarde die volgens de NEN-normen en CUR-richtlijnen dient te worden aangehouden. Bij grote funderingsprojecten met micropalen verdient het derhalve aanbeveling om voor aanvang paalproeven uit te voeren. Aan de hand van de testresultaten kunnen paallengte en palenstramien worden geoptimaliseerd op de bodemomstandigheden en het specifieke gedrag van de micropaal.

Toepassing van de ontwerpbenaderingen van Eurocode 7-1 voor het geotechnisch ontwerpen in Duitsland

N. Vogt, B. Schuppener, E.H.A. Weissenbach, Geotechniek 2006, nr. 4, p 46

Bij de bepaling van de ontwerpbenadering en de partiële factoren in Duitsland is uitgegaan van het basisprincipe dat het veiligheidsniveau volgens de huidige "overall veiligheid" benadering gehandhaafd moet blijven. Een vergelijking van een strokenfundering op staal toont aan dat het veiligheidsniveau volgens de huidige "overall veiligheid" benadering alleen kan worden behouden als ontwerpbenadering OB2* wordt toegepast. Deze is daarom in Duitsland voorgeschreven voor keerwanden, funderingen op staal, paalfunderingen en ankers. Alleen voor de verificatie van taluds is ontwerpbenadering OB3 gekozen. In een kanttekening bij het artikel geven Van Seters en Jansen aan waarom in Nederland de voorkeur uitgaat naar OB3.

Voorbeelden van het berekenen van horizontaal belaste paalgroepen

J.L. Bijnagte, H.J. van der Graaf, H.J. Luger, Geotechniek 2006, nr. 4, p 40

In het programma MPile zijn vier berekeningsmodellen beschikbaar voor het gedrag van paalgroepen: het Cap-model, het Mindlin-model, het Fem-model en Plasti-Poulos. Allereerst worden met behulp van een ogenschijnlijk eenvoudige paalgroep van drie palen de verschillen tussen de berekeningsmodellen duidelijk gemaakt. Daarna worden twee voorbeelden uit de adviespraktijk behandeld: de kruising van de HSL met de Rijpwetering en botsproeven op een buispaal bij de Volkeraksluizen.

Waarom 3D rekenen in de geotechniek?

R.B.J. Brinkgreve, Geotechniek 2006, nr. 4, p 34

Veel geotechnische projecten worden geschematiseerd in 2D-modellen onder de aanname van een vlakke vervormingstoestand, een vlakke spanningstoestand of axiale symmetrie. Als een situatie feitelijk niet voldoet aan de condities voor 2D-modellering, is het de vraag hoe erg het is als toch voor een 2D-modellering of een eenvoudige ontwerpmethode wordt gekozen. Aan de hand van een case van een bouwput nabij een spoordijk waarbij de zakking van het spoor maatgevend is, wordt een indicatie gegeven van verschillen die op kunnen treden. Ook bij kleinere projecten kan een geringe extra investering in (geo-)engineering door 3D te rekenen de totale projectkosten verminderen.

Innovatief concept voor een bouwput in het centrum van Tilburg

R.J. Schippers, Geotechniek 2006, nr. 4, p28

Ten behoeve van het project ‘Herontwikkeling Pieter Vreedeplein’ in Tilburg is voor de aanleg van een ondergrondse parkeergarage gebruik gemaakt van een nieuw technisch concept om de bouwputwanden te vervaardigen, waarbij Spanwanden van 18 m lang zijn afgehangen in een gegraven cementbentonietsleuf van 54 m diep. De Spanwand vormt de constructieve wand, terwijl de cementbentoniet daaronder slechts als geohydrologische barrière functioneert. Toepassing van het polderprincipe werd hierdoor mogelijk. In dit artikel wordt ingegaan op de theoretische achtergronden bij de bepaling van de krachtsverdeling in de wand.