Geotechniek 2003, nr. 2

LET OP: Van de jaargangen tot 2007 zijn - op een paar uitzonderingen na - alleen de abstracts beschikbaar. Vanaf 2007 is van ieder artikel ook een .pdf beschikbaar.

Vroegtijdige aandacht voor geotechnische risico's levert interessante keuzes op

M.Th. van Staveren en J. Bolijn, Geotechniek 2003, nr. 2, p 32

De ondergrond speelt een succesbepalende rol in veel civieltechnische projecten. Door bij bouwprojecten al in een vroeg stadium te kijken naar geotechnische aspecten van projectrisico's, komen tijdig interessante keuzes voor risicobeheersing in beeld. Hiermee is bijvoorbeeld onnodige vertraging van de oplevertijd te voorkomen. Een evaluatie van het besluitvormingsproces bij de aanleg van de Zuidtangent laat zien dat meer aandacht voor de geotechniek in het project positief bijdraagt aan de transparantie van besluitvorming en risicobeheersing van het project. Hiermee wordt het belang van de geotechniek eenvoudiger te begrijpen voor de wel beslissende, maar vaak niet-geotechnisch onderlegde projectmanager.

Proefvak Bergambacht. Stabiliteitstoetsing van dijken: een eenduidige zaak?

J. Lindenberg, M.Th. van der Meer, B.A.N. Koehorst, A.R. Koelewijn, Geotechniek 2003, nr. 2, p 46

Het doel van de praktijkproef Bergambacht was om de ontwerp- en toetsingspraktijk te optimaliseren met betrekking tot het bezwijkmechanisme binnenwaartse afschuiving als gevolg van opdrijven. Om dit doel te bereiken is dit mechanisme op ware grootte opgewekt. De daarbij opgedane ervaring is gerelateerd aan de huidige adviespraktijk door een aantal, niet bij het project betrokken, adviseurs te vragen de proefdijk bij Bergambacht te toetsen volgens de procedure van de Leidraad Toetsen op Veiligheid. De adviseurs komen tot grote verschillen in de stabiliteitsfactor van de dijk. Deze zijn voor een aanzienlijk deel toe te schrijven aan verschillen in interpretatie van het verstrekte grondonderzoek. Dit heeft geleid tot de aanbeveling het interpretatieproces strikter voor te schrijven en de vereiste omvang van grondonderzoek, en zo de interpretatieruimte te beperken.

De Noord-Zuidverbinding Antwerpen-Amsterdam Aanloophelling voor tunnel onder het station Antwerpen Centraal

W. Maekelberg en J. Maertens, Geotechniek 2003, nr. 2, p 66

De Noord-Zuidverbinding tussen Brussel en Amsterdam heeft een eerste tussenstop in Antwerpen. Hiervoor wordt ter hoogte van het station Antwerpen Centraal een tunnel onder het bestaande station gelegd. De hoge snelheidstrein en al het andere internationaal transport wordt dan verder geleid door een boortunnel onder de stad Antwerpen om dan terug aan de oppervlakte te komen ter hoogte van Antwerpen Dam. Het tracé tussen het station van Berchem en het Station Antwerpen Centraal bestaat uit een tunnel onder de bestaande geklasseerde steunmuren en onderdoorgangen. Hierbij is gebruik gemaakt van jetgroutschermen en tijdelijke boorpalen. Bij de onderdoorgangen wordt overdracht van de belasting naar de nieuwe funderingen tot stand gebracht door na-spanning en vijzels. Om het treinverkeer naar het Station Antwerpen Centraal tijdens het werken in stand te kunnen houden, werd langsheen de te behouden sporen een vernagelde wand aangebracht.

Utrechtboog gefundeerd op palenmix

W.R. de Sitter, Geotechniek 2003, nr. 2, p 96

De Utrechtboog vormt de verbinding van de zuidelijke ringspoorbaan met de lijn Utrecht-Amsterdam. Het spoor ligt in trogliggers van voorgespannen beton die worden ondersteund door onderheide pijlers. 2300 van de 4400 palen zijn in de grond gevormd. In verband met de borging van de kwaliteit zijn aanvullende eisen gesteld met betrekking tot de inspectie en controle van de in de grond gevormde palen. Ter plaatse van de eerste funderingspoer onder een pijler zijn de palen voor inspectie ontgraven over diepte van 4 meter tot op het Hollandveen, omdat verondersteld werd dat dit misschien onvoldoende steundruk zou kunnen leveren voor de kolom verse, vloeibare betonspecie. Op deze diepte werden evenwel uitstulpingen noch insnoeringen waargenomen. Anders dan de voorschriften suggereren hoeft met het oog op schadelijke beïnvloeding van de kolom verse specie door drukgolven en heitrillingen geen minimum afstand tussen opeenvolgende palen in acht te worden genomen. Er kunnen echter andere redenen zijn, zoals de kans op opheien om dergelijke marges in acht te nemen. Voor de 35 meter lange palen onder de geluidsschermen werd gekozen voor toepassing van koppelpalen samengesteld uit segmenten van geprefabriceerd voorgespannen beton. De koppeling met behulp van per- en gat-verbinding vraagt een nauwkeurige werkwijze die wordt beschreven.

Vraag en antwoord CGF-1 examenvraag

Geotechniek 2003, nr. 2, p 18

Examenvraag over de berekening van paalfundering en bemaling.

Noord/Zuidlijn Compensation Grouting Proef, fracture grouten onder houten paalfunderingen

Jacco Haasnoot, Almer van der Stoel, Frank Kaalberg, Geotechniek 2003, nr. 2, p 24

De Noord/Zuidlijn is een uitdagend project dat ontwerp en uitvoering van hoge kwaliteit vereist. Zettingrisicomanagement vervult een sleutelrol voor het succes van het project. Studies op basis van verschillende scenario's hebben uitgewezen dat op een aantal locaties langs het tunneltracé het risico voor onacceptabele deformaties aanwezig is en dat hier maatregelen nodig zijn. In het voortraject is een proef uitgevoerd met compenserend grouten (Compensation Grouting Trial). Het doel van de proef op ware schaal is om de haalbaarheid van compenserend grouten onder houten paalfunderingen vast te stellen. Deze techniek is relatief goedkoop en heeft weinig hinder aan het maaiveld in vergelijking met andere maatregelen. De proefresultaten tonen aan dat met behulp van compensation grouten de verticale verplaatsing van alle in de proef geteste paalfunderingen beheerst kan worden. De effectiviteit van de techniek tijdens de passage van de tunnelboormachine vraagt echter extra aandacht.

Beheersing Restzetting

F. Bisschop, C. van Rhee, C. Nieuwenhuizen, Geotechniek 2003, nr. 2, p 38

Bij het ophogen van terreinen voor woningbouw, industrie, weg- en railinfrastructuur speelt in West-Nederland het zettingsproces een grote rol. Er zijn modellen ontwikkeld, toegepast en gevalideerd waarmee het (rest)zettingproces nauwkeurig inzichtelijk kan worden gemaakt gedurende de ontwerpfase, uitvoering, zettingsperiode en oplevering. Met het PTD-model kunnen de (rest)zettingen worden berekend bij een gefaseerde ophoging in combinatie met restzettingsbeperkende maatregelen als verticale drainage, zandwanden, tijdelijke overhoogte, vacuümconsolidatie en/of een tijdelijke grondwaterstandverlaging. Daarnaast is een methode ontwikkeld die tijdens de uitvoering en zettingsperiode direct inzicht geeft in de te bereiken eind- en restzetting, de benodigde zettingtijd en de daarmee samenhangende opleveringsdatum. Dit geeft de opdrachtgever meer zekerheid over de planning en haalbaarheid van zijn totale projectplanning.

In-situ vriesspanningen van kunstmatig bevroren grond bij de aanleg van dwarsverbindingen

Richard Rijkers, Bas Hemmen, Marius Naaktgeboren, Herre Weigl, Geotechniek 2003, nr. 2, p 54

De Westerscheldetunnel bestaat uit twee parallel geboorde tunnelbuizen en telt 26 dwarsverbindingen. De dwarsverbindingen zijn aangelegd met behulp van kunstmatige grondbevriezing. Gedurende de bouwfase van de eerste twee dwarsverbindingen is een uitgebreid monitoringsprogramma uitgevoerd. Hierbij zijn spanningen en deformatie van de grond en deformatie van de hoofdtunnelbuizen als gevolg van de grondbevriezing gemeten. Grondspanningen en -deformaties zijn gemeten met behulp van de spanningssensoren, hellingbuizen en extensometers. Verschillend geomechanisch gedrag van zand en klei bij bevriezing heeft zich geuit in verschillen in gemeten spanningen en deformaties. Alle bouwfasen van de dwarsverbindingen (grondbevriezing, uitgraving, constructie van de lining, dooi) kunnen duidelijk worden herkend in de meetgegevens.

IGS-conferentie Nice 2002

Geotechniek 2003, nr. 2, p 81

Tijdens de IGS-conferentie (de internationale geokunststoffenorganisatie waarvan de Nederlandse Organisatie Geotextiel deel uitmaakt) in Nice waren de 'natte' onderwerpen sterker aanwezig dan in voorgaande IGS-conferenties. Bijzondere onderwerpen waren geocontainers en normering van geokunststoffen. Op het gebied van grondwapening is de toepassing van gewapende keerwanden en taluds en aardebanen op slappe ondergrond inmiddels volwassen en internationaal geaccepteerd. Het inzicht in relatief nieuwe toepassingen zoals aardebanen op palen, en sinkholes groeit snel. Op het vlak van funderingswapening moet nog veel nader onderzoek plaatsvinden, met name naar betrouwbare ontwerpmethoden. Het deel 'verhardingen' van het congres omvatte papers over twee deelonderwerpen: geokunststoffen in ongebonden steenfunderingen en geokunststoffen in asfaltlagen. Een aantal interessante ontwikkelingen vindt momenteel plaats rondom het bepalen van de eigenschappen van geokunststoffen, zoals geokunststof-grond-interactie, beschadiging, duurzaamheid, kwaliteitscontrole en lange-duurgedrag.