Geotechniek 2004, nr. 2

LET OP: Van de jaargangen tot 2007 zijn - op een paar uitzonderingen na -  alleen de abstracts beschikbaar. Vanaf 2007 is van ieder artikel ook een .pdf beschikbaar.

Korte damwanden in dijkversterking, ontwerpberekeningen met Plaxis

S.J.M. van Eekelen, J.A.M. Teunissen, A.P.C. Rozing, M.A. Van en H.L. Bakker, Geotechniek 2004, nr. 2,  p 76

Ter verbetering van de macro-stabiliteit van het binnentalud bij opdrijfsituaties wordt een dijk veelal versterkt door aan polderzijde een berm aan te leggen. Als daar geen ruimte voor is, door bebouwing of natuur, kan als alternatief een zware, verankerde en daardoor dure damwand worden toegepast. Een alternatieve en goedkopere variant daarvan is de korte, onverankerde damwand. GeoDelft heeft met Plaxisberekeningen en centrifugeproeven aangetoond dat deze korte, onverankerde damwanden voldoende veiligheidswinst kunnen leveren. Het gebruik van korte in plaats van lange damwanden bespaart veel kosten en maakt het mogelijk om er vaker voor te kiezen om landschap of cultuurhistorisch waardevolle gebieden te sparen.

Geforceerde drainage 5e Schipholbaan

H. den Adel, V. Trompille, J.B. Sellmeijer en M.A. Van Teneinde, Geotechniek 2004, nr. 2,  p 58

Bij de aanleg van de 5e baan van Schiphol het consolidatieproces te versnellen, is gebruik gemaakt van de IFCO-methode. De metingen die Combinatie Mainport Schiphol in het kader van het ophoogadvies van de 5e baan heeft laten uitvoeren is gebruikt om het a,b,c-isotachenmodel te valideren. Door een wat ingewikkelder case ter hand te nemen dan tot dusver gedaan was, is uitsluitsel verkregen dat de eerder gevonden goede overeenkomsten tussen metingen en berekeningen met het a,b,c-isotachenmodel geen toeval zijn.
Voor de berekening van de zetting zijn parameters en randvoorwaarden nodig. Voor de laagopbouw van de bodem is uitgegaan van het bestaande geotechnische profiel. De materiaalparameters van de lagen zijn ontleend aan voor dit doel uitgevoerde K0-CRS proeven. Daarnaast zijn de omstandigheden gedocumenteerd, zoals het tijdschema van ontgravingen en ophogingen, het drukverschil tussen de drains en de buitenlucht als functie van de tijd en de ligging van de freatische lijn in de drains en in het pleistocene zand. Met deze parameters en randvoorwaarden is vervolgens met het rekenprogramma MSettle een zettingsberekening gemaakt. Voor de validatie zijn gemeten en berekende zetting met elkaar vergeleken. Met het a,b,c-isotachenmodel blijkt het mogelijk reeds in de ontwerpfase een accurate voorspelling te doen voor een situatie waarin de zetting is versneld door de toepassing van geforceerde consolidatie door middel van onderdruk.

De invloed van de methode van parameterbepaling op uitkomsten van EEM-berekeningen aan een bouwput

A. Feddema en G. Greeuw, Geotechniek 2004, nr. 2,  p 38

In de adviespraktijk wordt voor bouwputberekeningen steeds vaker gebruik gemaakt van eindige elementenberekeningen (EEM). Een belangrijke vraag hierbij is hoe de benodigde grondparameters bepaald moeten worden. Momenteel worden de parameters vaak ontleend aan 'Tabel 1' van NEN 6740 omdat de adviseur vaak onbekend is met de meerwaarde van parameters uit proeven. In deze studie zijn de verticale en horizontale gronddeformaties naast een bouwput vergeleken die verwacht worden op basis van grondstijfheden uit correlaties met de conusweerstand, en op basis van laboratoriumonderzoek.

Statische paalbelastingproeven op grondverdringende schroefpalen aangezet in Tertiair zand

N. Huybrechts en J. Maertens, Geotechniek 2004, nr. 2,  p 66

Het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) heeft een omvangrijk onderzoeksproject omtrent grondverdringende schroefpalen uitgevoerd. Het project bestond uit statische, dynamische en Statnamic-proefbelastingen, waarbij dit artikel een analyse geeft van de statische proeven. Hiervoor waren 10 grondverdringende schroefpalen en 2 geheide prefabpalen geïnstalleerd op een terrein te Limelette, waar de ondergrond bestaat uit kwartaire leemlagen en tertiair zand.

Automatisch sonderen: een klasse apart

E. Welling en M.W. Bielefeld, Geotechniek 2004, nr. 2,  p 48

Het bouwmateriaal grond kan niet op specificatie worden besteld; het moet worden genomen zoals het is. Het kwalitatief goed vaststellen van de eigenschappen van dit bouwmateriaal onder het maaiveld is voor geotechnici dus cruciaal voor het maken van een technisch en economisch verantwoord ontwerp. De kwaliteit van sonderen is in de loop van de jaren steeds hoger geworden. De introductie van hydraulica maakte het wegdrukproces veel gecontroleerder en met de invoering van de elektrische conus werd ook de invloed van stangenwrijving geëlimineerd. Mechanische sonderingen, die weer in opkoming lijken te zijn, zouden in Nederland niet meer moeten worden toegepast vanuit een oogpunt van kwaliteit en betrouwbaarheid. De nieuwste ontwikkeling is de volcontinue sondering waarbij de sondering niet elke meter behoeft te worden onderbroken om een volgende buis op te schroeven.

Den Haag - vrieskuip voor parlementariërs

R.A. Groen en H. Schuurman, Geotechniek 2004, nr. 2,  p 32

Aan het Plein in Den Haag wordt de nieuwe Enquêtezaal voor de Tweede Kamer gebouwd. Vanuit het gebouw aan het Plein is een ondergrondse trapaansluiting gemaakt naar de parkeergarage op niveau-2 onder het Plein. In verband met de aanwezigheid van kabels en leidingen en het feit dat de bestaaande bouw op staal gefundeerd was, is op basis van een risicoanalyse gekozen voor een bouwkuip van bevroren grond. De afmetingen van het vrieslichaam zijn bepaald uit een sterkte- en een evenwichtsberekening. Gedurende de uitvoering zijn temperatuurmetingen gedaan om te controleren of de vrieskuip voldeed aan de vooraf vastgelegde eisen met betrekking tot temperatuur en afmetingen. Na de uitvoering is geconcludeerd dat de bevroren grond veel stijver en sterker was dan waarop men had gerekend. Wanneer tevoren buigsterkteproeven op bevroren zand waren gedaan had het ontwerp waarschijnlijk lichter kunnen zijn. De bestaande bebouwing is niet vervormd door het vriezen en het toepassen van de vriesmethode is een veilige en degelijke uitvoeringsmethode gebleken.

TC 1: Offshore and Nearshore Geotechnical Engineering

A.R. Koelewijn, Geotechniek 2004, nr. 2,  p 20

Technische commissies spelen een belangrijke rol in het voortraject van normontwikkeling. Onder de ISSMGE, de internationale beroepsverenigigng van geotechnici, ressorteren ongeveer 25 technische commissies (TC's). In dit artikel worden de activiteiten van TC 1 beschreven, die zich bezighoudt met offshore en nearshore geotechniek.