Negenduizend jaar beschaving in Iran

De afdeling RisicoBeheer en Techniek (RBT) van het KIVI (Koninklijk Instituut van Ingenieurs) bestudeert opvallende gebeurtenissen, analyseert die en tracht wegen te vinden technische risico’s beter te beheersen, haar gedachtegoed uit te dragen aan andere organisaties die ook belangstelling hebben in risicobeheer en risicomanagement. Dit keer het bezoek van Dr. Emad Roayaei aan het KIVI. Hoe staat het in Iran met Health, Safety and  Environment?

Figuur 1. Vijf stadia van het omgaan met HSE in Iran, waar men inmiddels landelijk een hoog niveau heeft bereikt. Dr. Emad noemde dit de culture ladder. Ieder niveau is een verbetering ten opzichte van het vorige.

Dr. Emad Roayaei, Iraanse onderzoeker en wetenschapper, studeerde in de VS, Michigan, behaalde daar een D.Ph. op een onderwerp in chemical and electrochemical engineering. Hij is directeur van een researchbureau en een adviesbureau, bekleedt enkele hoge functies en is vertegenwoordiger van Iran in de OPEC, alliantie van olie- en gasproducerende landen. Nu het opheffen van de internationale sancties dit voorjaar is gestart, is Iran op zoek naar internationale contacten. Vrijdagavond 4 november was Roayaei gast bij de  Afdeling RisicoBeheer en Techniek. Voor een vrijdagavond – het weekend net gestart, was de opkomst ruim te noemen. De grote zaal in Den Haag was redelijk gevuld.

Ron de Bruijn had Iran kort geleden bezocht. Zijn indrukken – kort weergegeven: zeer vriendelijke mensen, hoog niveau kennis van technologie, zeer veel vrouwen in alle functies door de hiërarchie heen, tot  op het hoogste niveau in het ministerie. Iran wil leren van het Westen, men is lang geïsoleerd geweest en wil graag benchmarken en vooral kennis en ervaring uitwisselen op technologisch gebied.  

Geheel anders dan in Nederland, waar de verantwoordelijkheid voor de totale HSE-aspecten in bedrijven voor rekening van het private topmanangement komt, kent Iran een ander systeem. Bij het ministerie ligt het leadership and commitment, waar alles om draait. Aspecten zijn Policy and strategic objectives, het regelen van organisational resources and documentation, planning, implementation and monitoring en ten slotte de reviews op de werkvloer. Op ministerieel niveau worden de strategische doelen bepaald, regels vastgesteld, middelen toegewezen aan de diverse regio’s en individuele bedrijven, preventie- en evaluatiesystemen opgezet, een planning bepaald, waarna de implementatie en het monitoren kan plaats vinden. Dit systeem lijkt vrij strak. Zowel de regelgeving als de technieken worden van boven af opgelegd en via hiërarchisch lijnen doorgegeven tot op niveau van bedrijven en afdelingen. Bijbehorende documentatie moet beschikbaar zijn op elk niveau. Geregeld worden audits doorgevoerd, continue verbeteringen worden nagestreefd. Tot zo ver geen afwijking van de Nederlandse veiligheidscultuur.

Bij de onderlinge discussies (dr. Emad liet zich graag interrumperen en het auditorium maakte daarvan dankbaar gebruik) bleek dat bij de audits alle lagen tot op het niveau van line manager worden worden getoetst. Vanuit de zaal werd luid gevraagd naar de verantwoordelijkheid van de operators. Aarzelend kwam daarop spreker’s reactie. Ja, ook die natuurlijk. Maar de indruk was gewekt dat men niet tot op het laagste niveau verantwoordelijk wordt gehouden. Cultuurverschil? Ik weet het niet.

Dr. Emad was kwistig met kwalitatieve inzichten, maar uiterst zuinig met cijfers, reports and records, zoals met de procentuele verdeling van oorzaken van verloren productie-uren. Het gehoor moest er dringend naar vragen, zoals bij de grafiek van figuur 2. De spreker wist kennelijk veel meer dan hij wilde vertellen.

Figuur 2. Procentuele verdeling van oorzaken van verloren productietijd, gemeten over 1 miljoen verloren uren. 

Een aangename, nuttige en plezierige avond.

Den Haag, 10 november 2016
JP

Mr. Ing. John van der Puil ©
Bestuurslid Afdeling RBT van het KIVI
Portefeuille Analyse &  Ontwikkeling

Op persoonlijke titel.

 

Laat hier je reactie achter